Wie is Jezus voor u?
Bert Streuper
Pa, ik weet dat u 'Visie' leest, het programmablad van de EO. Wanneer dit blad bij Li op de deurmat valt, wat leest u dan het eerst? Ikzelf lees eerst 'Aangenaam'. Een rubriek waarin een aantal vragen worden gesteld aan een min of meer bekend publiek figuur. De meest belangwekkende vraag vind ik: 'Wie is Jezus voor u?' Wanneer iemand zich over de Here Jezus uitlaat, dan weet je zo ongeveer wat voor vlees je in de kuip hebt. Immers, wie veel heeft niet de Bijbel, niet God, de kerk en mensen, maar weinig of niets niet de Here Jezus, mist alles.
Daarom is het een belangrijke vraag! Echter, deze vraag is al zo vaak in de Visie en daarbuiten gesteld, dat de antwoorden zo goed als versleten zijn - het zijn clichés geworden. l Dat wil zeggen, wanneer een christen daarop antwoordt. Een volgeling van de Here Jezus wéét namelijk heel goed wat hij moet zeggen en welk antwoord de vragensteller en lezers goed in de oren zal klinken. De juiste antwoorden zijn: 'Jezus is de Zoon van God' Jezus
is mijn Redder.' Of `Jezus is de spil van mijn leven.' Mooie woorden! Maar een niet-christen zal doorgaans veel gevarieerder antwoorden. Misschien zijn die antwoorden zelfs wel
eerlijker en doordachter. Hoewel de antwoorden inhoudelijk vaak erg teleurstellend voor ons zijn. Ik heb mijzelf afgevraagd wat ik zou antwoorden - eerlijk en doordacht! - wanneer mij die vraag gesteld zou worden. Wat zou u overigens zeggen? Ikzelf zou ook zoiets zeggen als: Hij is mijn Verlosser en Hij betekent bijzonder veel voor mij - eigenlijk alles.Toch blijf ik met zo'n antwoord met een onaangenaam gevoel zitten. Als Jezus dan zo veel voor mij betekent, is dat dan ook te zien in mijn leven? Het is als met veel mannen (waarop ik geen uitzondering ben). Vraag aan een man of hij van zijn vrouw houdt. Verreweg de meeste echtgenoten zullen ons verzekeren dat ze echt veel van hun vrouw houden. Maar of ze die liefde ook handen en voeten weten te geven? Dat zouden we dan aan hun geliefden moeten vragen. Wanneer mannen de moed hebben dat aan hun vrouw te vragen, dan zal menigeen nog raar opkijken, vrees ik. Intussen vraag ik mij af of de mensen om mij heen zien en weten dat ik van de Here Jezus houd. En, nog belangrijker: zou de Here Jezus er zelf iets van zien en merken? Ik voel dan iets van de verlegenheid van Petrus toen de Heer tot drie keer toe aan hem vroeg of Petrus van Hem hield. Na de derde keer zegt Petrus bijna wanhopig: `Here, Gij weet alles, Gij weet dat ik U liefheb' n
Paradoxen
Simon Streuper
Oké, Bert, om met dat laatste te beginnen: wie zichzelf een beetje heeft leren kennen, zal het vergaan als Petrus toen hij door de Heer met zichzelf gefronteerd werd. De reden van jouw onaangenaam gevoel bewijst jouw eerlijkheid en bedachtzaamheid. Geconfronteerd met eigen tekort heeft dat hopelijk altijd tot gevolg dat deze zelfkennis je stimuleert te "groeien in genade en in kennis van onze Heer en Heiland”. Maar heel anders ligt het wanneer de Geest mij niet met mijzelf confronteert - zoals in het geval van Petrus - maar met de Heer Jezus. In dat geval zie ik “Jezus alléén", wie Hij is en ook wat Hij voor mij persoonlijk betekent. Gauw merk je dat de polsstok van je begrip te kort is. Om Christus en zijn liefde te begrijpen mis je een dimensie. Naast de lengte en de breedte speelt niet alleen de hoogte maar ook de diepte een rol. En daarin kan geen enkele polsstok de bodem vinden. jouw vraag beantwoorden is onbegonnen werk. Je komt er (gelukkig) nooit mee klaar. Dat is paradoxaal, ik weet het. Maar zo spreekt de Schrift ook over Hem. Paulus moedigt ons aan te meten wat niet te meten valt en te leren kennen wat niet te kennen is (Ef.3: 18,19). Hij is onvergelijkbaar. Hij is Degene door Wie God de wereld geschapen heeft; de Kunstenaar en Bouwmeester van het universum. Ongetwijfeld: zoals de bouwer groter is dan zijn bouwwerk is de Schepper groter dan zijn schepping. Zijn heerlijkheid gaat al het bestaande te boven. Nadenkend over zijn grootheid reduceer ikzelf tot nul-komma-nul en blijft er minder dan niets van mij over - mijn zondigheid nog buiten beschouwing gelaten! En dan te bedenken dat Hij juist voor mij naar de aarde afdaalde. En om mij de doodschrik niet aan te jagen verborg Hij zijn Majesteit onder een dienstkleed. Hij nam de gestalte aan van de nederigste Mens die ooit op de aarde woonde. Hij werd geboren uit een vrouw... De Allergrootste werd de Allerkleinste. De Allerhoogste de Allerlaagste. De Hoogst-Eerwaardige de Diepst-Vernederde, de Meest-Gescholdene, de Meest-Gehate. En dat om de minst voor de hand liggende maar gelijk ook de meest sim-
pele reden: omdat Hij mij liefhad!
En roep nu niet direct dat Hij het in de eerste plaats deed om God te verheerlijken! Dat lijkt mij hier eigenlijk ongepast, alsof het iets af zou doen aan zijn liefde voor ons! Met
de meeste nadruk bezweert Hij zijn discipelen, dat Hij zijn lichaam voor hén overgeeft: Mijn lichaam voor jou! (1 Kor 11:24). De grootheid van onze Heiland is alleen in paradoxen te beschrijven. En wanneer je daarmee bezig bent, kan het onmogelijk uitblijven dat die paradoxen uitmonden in een doxologie; in aanbidding van Hein, de Onvergelijkbare bij wie alle meetapparatuur gedoemd is dol te draaien.
De Koning nu der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare, enige God, zij eer en heerlijkheid tot in alle eeuwigheid.
Zo Eén is mijn Liefste... zó Eén is mijn Vriend. n