S.STREUPER (Luk. 12 :27-30)
|
Groot (Salomo)
|
God gaf Salomo een heerlijkheid die er zijn mocht! Niemand heeft ooit Salomo overtroffen of zal hem ooit overtreffen in wijsheid en rijkdom. Aan zilver hechtte men in zijn dagen geen waarde; hij maakte het overvloedig als stenen. Salomo was groot!
|
Groter (het gras)
|
De Heer Jezus zegt ons, dat de heerlijkheid van Salomo het nog lang niet kan halen bij de heerlijkheid waarmee God de leli n en het gras van het veld bekleedt. Het gras en de leli n zijn groter.
|
Het grootst (de gelovigen)
|
Groter dan Salomo en nog groter dan het gras en de leli n van het veld, zijn in Gods oog de gelovigen, tot wie de Heer Jezus zegt: zal Hij niet veel meer U bekleden, kleingelovigen. Dat is de overtreffende trap. Hoe is dát mogelijk? Salomo dus t ch overtroffen!? Inderdaad ... ja! . . . door ons! Hoe dat kan?Niet door onze verdienste! Wij danken het aan Hem, die naar zijn eigen woorden "Méér dan Salomo is"! aan Hem, die Zelf zijn heerlijkheid aflegde, en toen de heerlijkheid waar Hij thuishoorde verliet, om door zijn lijden op het kruis ons tot heerlijkheid te kunnen leiden.Hij heeft met het oog op het werk dat Hij zou volbrengen reeds tot de Vader gezegd: Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij mij gegeven hebt. Hoe groot is toch Hij, die méér dan Salomo is
|