Herman Brood en zijn vrienden
Simon Streuper
Eén van de schokkende gebeurtenissen in 2001 was dat Herman Brood het leven vaarwel zei door van het Hiltonhotel af te springen.
Allesbehalve een fraai kunststukje, maar niet onbegrijpelijk. Achteraf bekeken lag een dergelijk levenseinde van de roll-rockende junk in de lijn van de verwachting. Ik moet eerlijk toegeven dat ik maar heel weinig van hem weet. Maar ik heb wel geboeid naar hem zitten luisteren toen hij samen met majoor Boschart te gast was in villa Felderhof en een andere keer toen hij voor de EO camera met Henk Binnendijk een openhartig gesprek had. Een openhartig en eerlijk mens, die er niet omheen draait zijn mening naar buiten te brengen. Hij deed dat heel sympathiek. Zelfs wanneer je zijn ideeën verafschuwt kun je van hem houden vanwege zijn unieke puurheid, zijn non-conformistische instelling. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Wordt wat je bent, wees wat je bent, blijf wat je bent en doe wat je bent. Daar heeft hij zijn hele leven aan gewijd. Heel intens en zonder ophouden op zoek naar zichzelf en naar het leven dat hij liefhad en wilde vinden. De vraag dringt zich op. Heeft hij gevonden wat hij zocht? Ik denk van niet! Ik wijt dat aan zijn 'vrienden'. Argeloos en geen kwaad vermoedend heeft hij ze binnen zijn leven toegelaten, hen alle ruimte gegeven die ze vroegen. Hij beschouwde hen als vrienden op wie hij kon rekenen en die nooit moe werden om te geven waarnaar hij verlangde. Maar toen hij de tol moest betalen voor hun eindeloze logeerpartijen liep het voor hem op een drama uit. Zij hadden hem vrijheid beloofd en ondertussen beroofden zij hem ervan. Hij had kunnen weten dat zijn vrienden (zoals hij ze in villa Felderhof noemde) Sex, Drugs en Alcohol, uiteindelijk een krachteloze slaaf van hem zouden maken. Eens beweerde hij uitdrukkelijk zijn kinderen een zelfmoordplegende vader te willen besparen. Maar zelfs deze wilsbeschikking werd machteloos. Zijn 'vrienden' maakten meer kapot dan hem lief was!
Ontstellende onkunde
In zijn visie en beleving stonden zijn kinderen hoog genoteerd. Als vader in spé fietste hij 'in wolken ' door Amsterdam. Een hoogtepunt in zijn leven, vertelde hij aan 'de majoor', was, toen hij zijn eerste kind in de armen hield. 'Een kind is het hoogste, daarbij vergeleken stelt God niets voor'. Majoor Boschart deed er het zwijgen toe. Het is ook moeilijk om op een dergelijke opmerking die zo'n ontstellende onkunde over God blootlegt, te reageren. Herman Brood had er dus weet van wat een kind voor een vader betekent! Wat jammer dan dat Herman voorbij is gegaan aan God, de Vader, Die het 'hoogste' dat Hij had, namelijk Zijn Zoon Jezus Christus, gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren zou gaan maar eeuwig leven zou ontvangen.
The beat must go on
Met deze slogan eindigde Chabot zijn toespraak bij de herdenkingsdienst van Herman Brood : 'The Beat Must Go On'. En dat doet 'ie. The beat zal doorgaan. Niemand zal dat kunnen stoppen. Wat we wel een halt kunnen toeroepen is de ontstellende onwetendheid over de realiteit van de onzichtbare God, Die zich in Zijn Zoon Jezus Christus heeft bekend gemaakt. Voor Hem heeft zelfs de dood niet het laatste woord . Als het erop aankomt telt die helemaal niet meer mee omdat Christus bewezen heeft sterker te zijn, en dus ook sterker dan de 'vrienden' van Herman. Laat iedereen, die niet zo op de hoogte is van het fantastische aanbod van God, ook de echte sympatisanten en fans van Herman, daarvan kennis nemen. God doet niets liever dan ons bevrijden uit de macht van 'vrienden' die sterker zijn dan wij. Maar dat moeten we zelf wel willen. En we moeten dat willen wanneer het nog kan. Gouden kansen gaan heel gauw voorbij