Verandering en vernieuwing: een hype?
Bert Streuper
Het kan bijna niemand zijn ontgaan: in veel kerken waait een frisse wind. Er is hernieuwde aandacht voor de Heilige Geest.Veel mensen wijden zich daardoor bij vernieuwing toe aan de Here Jezus en streven meer dan voorheen naar een heilige wandel. Eerst stond het gebed van jabes centraal: iedereen wilde zijn gebied vergroten. Genezing, bevrijding, het spreken in tongen en profetische woorden, het leken de onontgonnen gebieden te zijn in de levens van veel christenen. Het is (of lijkt wel) een hype, een modegril, een bevlieging - hoor ik sommige critici zeggen. Maar die uitdrukkingen doen mij in dit verband een beetje zeer. Het is dan net of een geestelijke vernieuwing niet toegeschreven wordt aan de Geest van God, maar aan de mens die verlangt naar verandering en beleving, waarbij hijzelf centraal wil staan. Of- en daar moeten we ook ernstig rekening mee houden! hebben de critici het gelijk aan hun kant?
Een kritische journalist zou in het jaar 35 hebben kunnen schrijven in Het Dagblad van Jeruzalem:
Het kan bijna niemand zijn ontgaan: enkele fanatieke volgelingen van Jezus trekken grote groepen mensen aan. Mensen genezen van hun ziekten en/of worden bevrijd van demonen en wijden heel hun leven aan Jezus, van wie zij beweren dat Hij is opgestaan uit de dood. Godsdienstleiders komen bij elkaar om de hype van deze snelgroeiende beweging te stoppen. Besloten wordt dat volgelingen van Christus niet meer mogen spreken in de naam van Jezus hun Leeraar
Het is opmerkelijk dat veel van de bekeerlingen al hun bezittingen verkopen. Die bezittingen worden verdeeld onder de andere volgelingen van deze groep fanatici, waarbij de armen in het bijzonder worden ondersteund. Twee mensen, een echtpaar, is deze vrijgevige onverantwoorde bevlieging fataal geworden. Helaas hebben zij daarbij de dood gevonden. Het wordt nog onderzocht wat de doodsoorzaak precies is geweest. Dat het laatste woord over deze gebeurtenis, en over deze gevaarlijke groep mensen, nog niet is gesproken, moge duidelijk zijn. De sekte wordt door ons en anderen op de voet gevolgd...
Terug naar het jaar 2004. De critici van vandaag hebben gelijk! Mensen die meelopen, mee willen doen, zichzelf centraal willen zetten, God voor hun karretje willen spannen, geven zich makkelijk over aan `de hype' van het christendom van vandaag. Levensgevaarlijk! Daar wil ik niet aan meedoen. Wel strek ik mij uit naar verandering, daar waar dingen moeten veranderen. En als er dingen moeten worden vernieuwd, dan wil ik daarvoor ook openstaan. n
Strijden tegen God
Simon Streuper
Ik twijfel er niet aan, Bert, dat je de spijker op de kop slaat. Ik ben blij dat je niet zo hard hebt geslagen dat er voor mij geen ruimte meer is om het wat aan te scherpen. Niet omdat ik er behagen in schep eens een paar rake klappen uit te delen, maar om (uit ervaring wijzer geworden) deze critici ernstig te waarschuwen voor satans listen. Je weet dat ikzelf, samen met anderen, in naam van Christus (en zelfs met een goed `geweten'), tegen God heb gestreden. Helaas waren er zelfs gelovigen, die daarmee dankbaar instemden! Ik ben niet tegen waarschuwingen tegen extremiteiten op geestelijk terrein. Die behoort elke christen te verfoeien. Maar tegenwoordig is er geen krant, tijdschrift, televisie of radio te raadplegen waarin geen criticus het werk van Gods Geest langs eigen meetlat legt. En die eigen meetlat is altijd geijkt door de eigen rooskleurige bril. Wie extremiteiten wil aanwijzen en geen open oog heeft voor de extremiteiten die zijn eigen geloofsgemeenschap ontsieren, zal altijd het kind met het badwater weggooien. Wanneer hij niet eerst de balk uit zijn eigen oog haalt, zal hij noch God noch zijn gemeente enige nuttige dienst kunnen bewijzen met zijn 'waarschuwingen'. Zijn pogingen zullen feitelijk de onderlinge strijd tussen gelovigen aanwakkeren en aantonen dat hij tegen God strijdt en tegen het werk van de Geest van God.
In Handelingen 5 vinden we daarvan een praktisch voorbeeld. Gamaliël doet daar een verstandige uitspraak wanneer hij de gemoederen tot rust weet te brengen en de verhitte gemoederen voorhoudt hun oordeel nog even op te schorten en de christenen het voordeel van de twijfel te geven. De tijd zal het wel leren. Gamaliël was in ieder geval zo verstandig om er geen goed en geen kwaad van te zeggen: Maar toch ontbrak hem de essentie, namelijk `de wijsheid die van boven is'! Dat is immers méér dan wat ons brein kan bedenken. Onze ratio blijft altijd steken in menselijke gedachten die daar nooit boven uitstijgen, tenzij wij de Geest van God gelegenheid geven ons te verlichten. Of Gamaliël ooit zover is gekomen, weten we niet. Alleen de Geest Zelf kan ons de waarheid openbaren en Die kan dit alleen wanneer we zelf `een arme van geest zijn'. En bij de critici die het tot hun taak achten te oordelen over het werk van de Geest, tref ik maar zelden die vereiste `armoede van de geest' aan. Ze `weten' het allemaal al. Maar is hun wetenschap gekenmerkt door de wijsheid die van boven is? Kijk maar naar de meestal destructieve resultaten. n