Tekstversie

U bevindt zich hier:

Geloofsopbouw

Streuper&Streuper

Prikkels

Discussie

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina

Str&Str&StrBalans

Bert Streuper

Al enkele maanden ben ik erg druk geweest. Te druk - vooral in mijn hoofd. Er waren nog zo veel dingen die ik moest doen: afspraken met mensen maken en nakomen, vergaderen, toespraken voorbereiden. En dan mijn werk nog bij Aviko. Ik voelde mij er niet lekker onder – onrustig. Een paar weken geleden worstelde ik enorm met al deze onrustige gevoelens, vlak voor het slapen gaan. Ik verlangde naar rust en evenwicht in mijn leven. Ik heb aan God gevraagd of Hij mij dat in mijn slaap wilde geven. Ik snakte naar een ontmoeting met mijn hemelse Vader waarin Hij mij zou bemoedigen en ontstressen. Ik weet nog dat ik God heb herinnerd aan een tekst uit zijn Woord, dat Hij het zijn beminden in de slaap zal geven. Vol verwachting viel ik in slaap. Veel te vroeg werd ik enkele uren later wakker: zeer onrustig! Ik had vervelend gedroomd – heel vervelend. God leerde mij in die nacht een belangrijke les. Twee zelfs.

Les1. De liefde is niet altijd lief.
Er wordt in christelijk Nederland veel gepreekt en geschreven over de liefde van God. We mogen zijn wie we zijn, God houdt van ons. Bovendien wil Hij ons veel meer geven dan we tot nu toe van Hem hebben ontvangen. Als we er maar om vragen en er open voor staan. Dit is allemaal nog waar ook, maar de indruk kan ontstaat dat God ons alleen maar in de watten zou willen leggen en voorspoed wil geven - het beeld van een lieve, aardige, goeiige God. Terwijl wij bij tijden juist door elkaar geschud zouden moeten worden! Dat doet God dan ook! De Almachtige tuchtigt mensen. Met name de mensen die Hij liefheeft. Ik had een confronterende droom, waarin ik in een felle discussie was beland - met u, pa!

Les 2. Werk en leef bij de dag.
In deze droom maakte God mij duidelijk dat ik mijn slap geworden handen moest opheffen en mijn knikkende knieën moest strekken (vgl. Hb.12:12). Hij gebood mij de dingen te doen die gedaan moesten worden en verbood mij om mijzelf zorgen te maken te maken over de dingen die allemaal nog gedaan moesten worden.

Intussen is het weer rustig in mij. Naast de belangrijke lessen in de droom die ik droomde, let ik er goed op dat mijn agenda niet te vol wordt. Ik wil in balans blijven.
Hoe gaat u om, pa, met alle dingen die nog gedaan moeten worden? Hebt u moeite (gehad) om in de drukke wereld rustig te blijven? Eigenlijk zou ik het ook wel van uw kleinzoon Lennert willen weten. Ik stuur deze brief ook naar hem.







Een goede raad voor alle tijden

Simon Streuper

Vooruit! omdat dit de laatste Bode is zal ik voor deze keer een eerlijk antwoord geven op je eerlijke vraag. Nee, ik heb weinig moeite rustig te blijven in de drukke wereld; vroeger niet en nu niet. Rusten doe ik ’s nachts bijzonder goed en ik droom zelden. Zodoende (kon) kan ik me overdag aardig goed ontspannen, zodanig zelfs dat ik overdag – tijd of geen tijd – loop (liep) te ‘dromen’. Daarvoor hoef ik nooit moeite te doen, het 'overkomt’ mij gewoon ( je moeder zal dit volmondig beamen!). Bijvoorbeeld bij het laden van standmateriaal in de aanhanger. Toen ’s avonds laat de Bijbelstand in Leeuwarden was opgebouwd en ik ontdekte dat de ark van Noach nog in Dieren stond, heb ik vrolijk fluitend de afstand (ong.4 uur) visa versa nog een keer afgelegd.
Of dat heel korte nachtje toen ik midden in de nacht een band van de aanhangwagen niet kon verwisselen en achter moest laten in Lochem, terwijl ik de volgende morgen om 10 uur met mijn goede vriend Johan Fijnvandraat een stand moest opbouwen in Heerenveen. Mobiele telefoon kenden we nog niet. Johan kon ik niet bereiken. Toen ik pas in de namiddag arriveerde zat Johan zonder enige stress en onverstoorbaar de tijd te benutten door een artikel voor de Bode te pennen. Een andere keer… nee, laat ik maar ophouden. De vele herinneringen aan stressvolle situaties vechten om de voorrang. Trouwens… dat woord ‘stress’ bestond toen nog niet eens.(Gek hè, al die herinneringen… ik heb wel eens gehoord dat het iets met je leeftijd heeft te maken). Maar in al die ‘dromen’ die ik heb ‘gedroomd’ zaten evengoed lessen verborgen. Of ik ze allemaal geleerd en toegepast heb, is een ander verhaal. Gelukkig kan ik – zolang ik hier nog zal zijn - er nog aan werken. Van Prediker leerde ik dat alles zijn uur heeft en ieder ding onder de hemel zijn tijd. En onder dat ‘alles’ zijn zowel de dingen als de mensen besloten. Zowel bijbelstudie magazines als degenen die ze vol schrijven, zowel de Bode als de BODEm. Alles heeft zijn bestemde tijd.
Hoe je het ook wendt of keert ‘morgen’ zal alles weer anders zijn. ‘Morgen’ zullen er altijd weer nieuwe dingen gebeuren, positieve en negatieve. Voor mij en voor de Bode geldt in ieder geval wat ook voor het oude verbond gold. Het wordt zo mooi gezegd in het Bijbelvers dat ik ga citeren uit de Nieuwe Vertaling Voorhoeve, tweede herziene druk 1917 (Hb8:13)
Door te zeggen: “een nieuw” heeft Hij het eerste oud gemaakt. Wat nu oud is en verouderd, is der verdwijning nabij.
Wat altijd ‘nieuw’ blijft is het werk dat God doet in het hart dat op Hem is gericht, zonder dat je daarvan – ook al weer volgens Prediker - van het begin tot het einde iets kunt ontdekken. Wat God doet (in tegenstelling tot wat wij doen) is voor eeuwig; daaraan kan men niet toedoen en daarvan kan men niet afdoen; en God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze. Zodoende kan iemand zich verheugen en zich tegoed doen in zijn leven. Wanneer je eet en drinkt en het goede geniet bij al je gezwoeg is dat een gave van God. En hoe goed is het dat Hij ons nu en dan goed op ons nummer zet opdat Hij beter zijn werk in ons kan doen.