Eénheid in hoofdzaken.
Bert Streuper
Soms kunnen mensen in een paar woorden veel zeggen. Van wie de volgende uitspraak komt weet ik niet, maar ik blijf het een zeer waardevolle vinden: Eenheid in hoofdzaken, vrijheid in bijzaken, liefde in alle zaken. Wanneer iemand deze woorden aanhaalt dan knikken alle christenen – inclusief ikzelf - instemmend. Maar wanneer wij geconfronteerd worden met medegelovigen die andere opvattingen hebben over niet-fundamentele zaken b.v. het spreken in tongen of de gave van genezing, dan ontstaan er vaak verhitte discussies - alsof het dan om hoofdzaken gaat! Men verwijt elkaar van onbijbelse opvattingen en soms zelfs van nog veel ergere dingen. Elkaar daarin vrijlaten is voor ons blijkbaar erg moeilijk. Van liefhebben is al helemaal geen sprake meer.
Hoofdzaak is toch onze Here Jezus? Hij is de Zoon van God, gestorven voor onze zonden! En natuurlijk ook dat Hij weer is opgestaan uit de dood – letterlijk. Hij leeft! ‘En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij behouden worden’ (Hand.4:12). Het gaat allemaal om de Zoon van God. Wanneer medegelovigen, met wie wij samen onder een dak samenkomen en het avondmaal vieren, dit niet willen of kunnen onderschrijven, dan hebben we pas een groot probleem. Er moet eenheid zijn in hoofdzaken! Vreemd genoeg gaan daar de discussies niet over.
Een grote fout die wij wellicht maken, is dat wij van bijzaken, hoofdzaken maken.
Voor zover ik mij herinner, heb ik nog nooit aan heftige discussies meegedaan over bijzaken – en dat wil ik zo houden. Maar toch heb ik mijzelf wel vaak druk gemaakt om bijzaken. Maar het was dan meer een strijd en drukte in mijn binnenste. Soms raakte ik wat in verwarring. Wanneer ik b.v. hoorde van bevriende medegelovigen dat zij ervan overtuigd waren dat je na je bekering niet alleen met water gedoopt moet worden, maar ook nog met de Heilige Geest. Of, dat een gelovige (mogelijk) ook nog bevrijdt zou moeten worden van e.v.t. inwonende demonen. En dat sommige zieken niet genezen omdat zij er niet genoeg of geen geloof voor hebben. En dan nog over het spreken in tongen, zoals dat in veel Pinkster- en Volle Evangeliegemeenten gedaan wordt. Daar zijn de meningen erg verdeeld over, of dit wel het bijbelse spreken in tongen is. Vroeger was dat allemaal ’ver van ons bed’. We hadden daar geen vragen en geen twijfels over. We wisten hoe het zat. Maar nu de ‘kerkmuren’ wat dunner en lager zijn geworden is het allemaal heel dichtbij gekomen. Zelfs binnenin onze eigen geloofsgemeenschappen. Het is een lastig proces om hier, zowel persoonlijk als gezamelijk, de juiste weg in te vinden. Maar dat is allemaal niet zo heel erg. Het punt is dat wij – gezien de verhitte discussies hierover en soms de verwarring in ons eigen hart – van bijzaken, hoofdzaken zijn gaan maken.
Ik moet ervoor oppassen dat ik mij niet te druk ga maken, omdat velen zich veel te druk maken om dingen waar je je niet zo druk om zou moeten maken. Als u snapt wat ik bedoel...
Christelijk kanibalisme
Simon Streuper
Jij zult niet meemaken, Bert, dat christenen hun strijd om het eigen gelijk ooit zullen opgeven. Heel triest natuurlijk. Dit euvel is bekend sinds de tijd dat de twaalf discipelen de Heer Jezus volgden. Maar toen had de Heilige Geest hen nog niet als één lichaam met Christus verbonden door de doop. Eens kwamen ze samen thuis. De Heer vroeg: 'waarover hebben jullie het onderweg met elkaar gehad?' En wat zeiden ze? Niets, helemaal niets, ze zwegen stil. Waarom? Omdat ze met elkaar woorden hadden gehad…In de Galatenbrief schrijft Paulus dat we onze vrijheid niet op een vleselijke wijze moeten misbruiken maar elkaar moeten dienen door de liefde om zo de wet te vervullen. Daarna laat hij de waarschuwing volgen: als u echter elkaar bijt en opeet, kijkt dan uit dat u niet door elkaar verslonden wordt. Die waarschuwing wordt in het algemeen weinig serieus genomen. Gelukkig leidt deze vorm van religieus kannibalisme niet tot een hoger sterfpercentage onder christenen. Wanneer dat wel het geval zou zijn, zouden de statistieken aantonen dat het sterftecijfer onder gelovigen op eenzame hoogte boven aan de lijst prijkt Dat christenen nog steeds hetzelfde gedrag vertonen als de discipelen vroeger, is ons dus veel zwaarder toe te rekenen. De oorzaak? Onze tegendraadsheid! Toen God had gezegd dat de mensen zich moesten verstrooien over de aarde, zeiden zij dat ze bij elkaar wilden blijven, en bouwden de toren van Babel. In ronde woorden heeft de Heer Jezus zijn volgelingen opgedragen éénheid te openbaren, maar wij leggen ons toe op verdeeldheid. Het lijkt wel of christenen niet warm te porren zijn voor de passie van God noch voor die van Christus. Er zijn gelovigen, die zweren bij de kleur van hun eigen theologische bril die in hun overtuiging zelfs geen nuance afwijkt van de Bijbel. Het is best lastig wanneer je zoveel vertrouwen in jezelf of in je bril hebt, want het leidt dikwijls tot bijten, opeten en elkaar verslinden. In feite is het een strijd om persoonlijke opvattingen die ingekleurd zijn door de traditie van de vele sectoren waarin het christendom zich heeft gesplitst. Maar er is meer aan de hand. We zijn de oude vertrouwde weg wat kwijtgeraakt. Dat kan onzekerheid in de hand werken en angst voor dwalingen. Vandaar dat sommigen direct in tegenstellingen vervallen: meer ruimte voor de Geest, wordt opgevat als minder ruimte voor Gods Woord etc. etc. Daarbij nog het feit dat de tijdgeest vandaag gedomineerd wordt door vrijblijvendheid en dat iedereen zijn eigen waarheid mag hebben. Dit alles zorgt natuurlijk voor explosieve discussiestof. Maar ook in Paulus dagen was er een explosief mengsel van bijkomstigheden tussen gelovigen van verschillende culturen, de Romeinse en de Joodse. En de oplossing die Paulus hen aan de hand doet is noch ingewikkeld, noch onbereikbaar. Eigenlijk heel simpel, lees het 14 en 15e hoofdstuk uit de Romeinenbrief maar. Paulus besluit zijn lering daar met: Daarom, neemt elkaar aan, zoals ook Christus u heeft aangenomen tot heerlijkheid van God. In de eerste plaats gaat het om het aannemen van de persoon, niet om zijn opvattingen. Maar wanneer wij de persoon niet aannemen en in ons hart sluiten zullen we er nooit toe komen samen met hem op zoek te gaan naar de schatten die hij in Gods Woord heeft gevonden, en omgekeerd. Samen het Woord van God consumeren is vruchtbaarder en smakelijker dan elkaar verslinden. Dat geeft geestelijke groei en is tot eer van God.