Ambivalent
Bert Streuper
Pa, ik probeer al jarenlang voor u en anderen iets te verbergen. Het hoge woord moet er nu maar eens uit: ik heb soms last van ambivalentachtige gevoelens, waardoor ik nogal eens op twee gedachten hink. Heel lastig. Vaak is voor het één wat te zeggen, maar ook zeker voor het ander. Onlangs had ik er weer last van bij het referendum over de Europese grondwet. Er was veel voor te zeggen om daar vóór te zijn, vond ik. Het is immers goed om samen te werken, afspraken te maken en deze dingen op schrift te zetten – toch? Dagenlang, ver voor het referendum, wist ik al wat ik ging stemmen: ja! Totdat ik mij - wat meer dan voorheen - verdiepte in de argumenten van de neestemmers. Naast veel oneigenlijke argumenten waren er ook een aantal belangrijke steekhoudende argumenten. Ik stond voor een dilemma en kon maar moeilijk tot een besluit komen. Een dag voor het referendum bekeerde ik mij van ‘ja’ naar ‘nee’.
Het gebeurt mij vrij regelmatig dat wanneer ik iets beweer, denk of voel, tegelijkertijd tegenovergestelde gevoelens en gedachten kan hebben.
Heel regelmatig krijg ik ‘rondzendmail’ van verschillende christenen. Ze willen dat ik meedoe om ergens tegen te zijn en ik mijn adresbestand gebruik om hun mail door te sturen. Vaak komen ze in hun mail op voor ‘minderbedeelden’ of mensen die, op welk gebied dan ook, onrecht worden aangedaan. Of dat ze, wanneer Gods wet wordt overtreden, daarop reageren en laten zien en horen dat dit niet de wil van God is. Een goede zaak, denk ik dan. Het is niet verkeerd om je stem te laten horen om onomwonden duidelijk te maken dat één en ander niet naar Gods wet is. Johannes de doper nam immers ook geen blad voor de mond en wees Herodes, zonder omhaal van woorden, op zijn zondige houding. En er zijn vast nog wel veel meer voorbeelden in de Bijbel te vinden, waaruit we mogen concluderen dat het goed is dat we opkomen voor God en zijn wetten. We moeten ‘zout’ zijn en ‘licht’. Niet waar?
Maar – daar ga ik weer - wanneer ik over deze dingen nadenk, komen er ook vrijwel onmiddellijk ook tegengestelde gedachten en gevoelens naar boven. Ik heb dan ook nog nooit – voor zover ik mij herinner - een rondzendmail doorgestuurd. Waarom niet? Soms staat de toon van de mail mij tegen. Weer een andere keer twijfel ik er aan of dit wel een goede manier is waarop wij als christenen moeten reageren op het kwaad om ons heen. Toen de Here Jezus geconfronteerd werd met de onthoofding van Johannes de doper, mobiliseerde Hij geen actiegroep, schreef geen rondzendmail, maar was wel bedroefd, trok zich terug, gaf het over in de handen van zijn Vader en ging vervolgens verder waar hij mee bezig was.
En zo spelen mijn tweestrijdige gevoelens en gedachten weer een spel met mij. Voor het één is wat te zeggen, maar voor het andere ook…
Herkent u dat? En hoe gaat u met dergelijke rondzendmail om?
Geestelijke verrijking
Simon Streuper
Om met het laatste te beginnen: Christus opdracht luidt niet: ‘Gij zult protesteren’, maar: ‘Gij zult mijn getuigen zijn.’ Dat is nogal een fundamenteel verschil, en wanneer door christenen een óngezouten protest rondzendmail wordt aangeboden om te protesteren tegen b.v. de tv-uitzending van de RVU ‘God bestaat niet’, klik ik zoiets zonder ambivalente frustraties in de prullenmand. Men kan hier tegenin brengen dat de boodschap van de O.T. profeten vaak het karakter van het protest vertoonden en van ongezouten de waarheid voorhouden, maar vergeet niet dat die boodschap voor intern gebruik was: Gods boodschap aan eigen volk. Zij moesten een voorbeeld zijn voor de volken die hen omringden. Gods volk van vandaag zijn de christenen die temidden van ongelovigen leven om hen tot jaloersheid te verwekken. Ongezouten protestacties lijken me daar niet de aangewezen middelen voor.
In het geval van de tv-serie ‘God bestaat niet’ dat ik ervaar als een bewuste lastercampagne, lijkt mij Salomo’s raad in Spreuken 26:4 en 5 het overwegen waard. Hij geeft twee mogelijkheden (of toch één?) Zijn advies luidt: ‘antwoord een zot niet naar zijn dwaasheid opdat gij hem niet gelijk wordt (want wanneer je dat ‘ongezouten’ doet handel je zelf ook dwaas).’ En daarop laat Salomo meteen volgen: antwoord een zot naar zijn dwaasheid, opdat hij niet wijs zij in eigen ogen. Voor dat laatste is veel wijsheid en een profetische gezindheid nodig. Paulus vroeg aan de Kolossers voor hem te bidden opdat hij de juiste woorden op het juiste moment zou spreken. Dit laat zien hoe belangrijk een reactie is.
Maar nu je stemgedrag. Ieder mens heeft wel eens min of meer klakkeloos standpunten overgenomen zonder alle pro’s en contra’s te hebben overwogen. Zo ontstaan hardnekkige vooroordelen, onwrikbare standpunten, scherpe tegenstellingen, maar ook tegenstrijdige gevoelens. Het opnieuw wikken en wegen van de voors en tegens kun je als negatief ervaren maar het resultaat ervan is positief omdat je er wijzer van wordt. Neem nu mijn vroegere opvatting over de ‘genezingsbediening’. Als leergierige leerling nam ik aan wat hierover door mijn voorgangers werd geleerd. Nog altijd volg ik hun geloof na, maar niet hun onderwijs hierover, dat heb ik los moeten laten. In deze leer zijn gaten gevallen die ik nu probeer te dichten. De Bijbel is daarbij de enige betrouwbare Gids. Je moet die lezen bij het licht van de Heilige Geest en niet bij het flauwe schijnsel van je eigen geest of bij dat van de traditionele uitleg. Probeer die oude teksten die je al duizend keer las, te lezen alsof je ze voor de eerste keer leest, en je zult vaak verrast staan kijken. Om een voorbeeld te noemen: ik las onlangs voor de ‘eerste’ keer dat er in Exodus 4:11 staat, dat God de mens niet alleen een mond heeft gegeven, maar ook dat Hij het is die stom, doof, ziende of blind maakt. Wanneer je het gewicht van een dergelijke tekst niet meeweegt in je meningsvorming over de genezingsbediening, mankeert er iets aan jouw beeld. En wanneer je langs de weg van discussie bepaalde dwaalwegen kunt verlaten en al gaande op een beter spoor komt, is dat – alle tegenstrijdige gevoelens ten spijt - alleen maar pure winst!