Tekstversie

U bevindt zich hier:

Geloofsopbouw

Streuper&Streuper

Prikkels

Discussie

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina

Loopt een man over het water

P.B houdt in het ND d.d. 31 juli j.l. een pleidooi dat wanneer door acties die wij plannen de naam van God mogelijk gelasterd zou kunnen worden, wij beter geen actie kunnen ondernemen. Het plan van EO keurt hij radicaal af en hij geeft daarvoor zijn argumenten. De vraag is of deze opvatting door de Schrift onderbouwd wordt. Mij dunkt van niet. Elke evangelieverkondiging heeft per definitie tot gevolg dat de naam van God, of de naam van Jezus, die de waarachtige God IS, gelasterd wordt. Evangelieverkondiging gaat constant gepaard met tegenstand en het lasteren door ongelovigen. Wie het lasteren van de naam van God wil voorkomen moet zich niet als christen gedragen en zijn mond dicht houden over Jezus. Ieder die wel eens deel genomen heeft aan welk evangelisatie actie ook, kan dat beamen. Wanneer de liefde van Christus je niet dringt kun je niet door de muur van tegenstand heen breken, want dan kun je de tegenstander niet meer zien als een voorwerp van de liefde van God. Trouwens, Christus heeft het Zelf aangekondigd dat ons dat zal overkomen wanneer wij Zijn naam belijden. Lees de commentaren vol spot over de plannen van de EO, betreffende ‘Loopt een man over het water’ op internet en de belachelijk makende fun over Arie Boomsma, en de lust het evangelie aan hen uit te leggen, zou je begeven. Deze tegenstand en spot raakt evenzeer het hart van God en van Christus heel diep, evenals destijds de christenvervolging onder leiding van Saulus. Toen Paulus op weg naar Damascus, de Heer ontmoette, zei Deze ‘Wat vervolgt gij MIJ!

Zowel in de evangeliën als in de brieven liggen de voorbeeldenvoor het oprapen dat evangelieverkondiging gepaard gaat aan tegenstand en daarmee verbonden laster. Hoe krachtiger het evangelie werkt, hoe meer tegenstand: Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders (1 Kor. 16:9). In de Bijbel vind ik geen enkele aanwijzing, noch bij de Heer Jezus, noch bij Paulus dat wij de mate waarin spot en lastering op ons kan afkomen, moeten afwegen om daarna te beslissen of we het evangelie zullen doorgeven of niet. Integendeel: tegenstand en spot drong hen des te meer hun missie te volbrengen.
In het ND van 12 aug.j.l lees ik het interview met Strengholt. Ook hij constateert onze neiging ons gedeist te houden. Hij las bij de invloedrijke Duitse filosoof Jürgen Habermas over de rol van de kerk in de samenleving: ,,Heidense denkers vertellen ons wat we moeten doen, maar de kerk durft het niet eens. Sterker nog, we liepen zelf voorop, omdat we seculiere burgers niet tegen het hoofd wilden stoten.“ Daarop verzucht Strengholt dat we in ons hart zo seculier zijn. M.i. heeft hij duidelijk een punt. Uiteraard heeft men Bijbelse argumenten achter de hand om zo’n houding te verdedigen. De vraag is hoe zuiver zijn die argumenten? Is het mogelijk dat de traditionele (gereformeerde) cultuur mee bepalend is voor hun houding? Wat Peter Bergweg schrijft is waar: onze goede intenties heiligen niet het middel. We kunnen nog zulke vrome bedenkingen hebben tegen evangelisatieplannen, maar de vraag is of de argumenten overeenstemmen met de Bijbel.

De vraag is dus of Peter Bergweg’s argument steek houdt. Hij beweert dat er geen sprake mag zijn van een vriendelijke dialoog. Het moet dus niet vriendelijk maar confronterend, en niet populair zijn en de verkondiging van het oordeel mag niet achterwege blijven. Spreekt hij hier werkelijk de Bijbel na? Mij dunkt, alleen wat het laatste punt betreft! Op de een of andere wijze zal het oordeel óók ter sprake komen; is het niet expliciet dan impliciet. Ook daarin heeft Christus ons Zijn voorbeeld nagelaten. Denk bijvoorbeeld aan de Samaritaanse vrouw (Joh.4). Maar wat de twee eerste punten betreft, niet vriendelijk, maar confronterend en niet populair, verbaasd mij – mild uitgedrukt - zeer. Ging Jezus zo met de Samaritaanse vrouw om? Is dit Paulus’ wijze van doen? Ik dacht dat Paulus heel iets anders praktiseerde als gezant van Jezus Christus aan wie de bediening der verzoening is toevertrouwd. Hij weet zich een gezant van Christus’ wege, alsof God door hem BAD: wij BIDDEN van Christus’wege: laat u met God verzoenen (2Kor.4:20) Dit lijkt me toch een benadering die haaks staat op die van Peter Bergweg en ook weinig gelijkenis vertoont met wat Paulus zegt in 1Kor.4:12,13 ‘worden we uitgescholden dan zegenen we, worden we beledigd (gelasterd) , dan antwoorden we vriendelijk. Tot op dit ogenblik zijn wij het uitschot van de wereld, het uitvaagsel van de mensheid.’ En hij zegt in Kol 4:6: ‘en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist.’ Tot zover het woord van Peter Bergweg tegenover het Woord van de Schrift. Blijft over de vraag of het verschil tussen deze twee kan zijn ontstaan onder invloed van de traditionele gereformeerde cultuur.

De argumenten die Ad van Dussen te berde brengt (ND dd. 6 aug.j.l, lijken meer recht te doen aan de Schrift als die van Peter Bergwerf. Maar de conclusies die hij daaraan verbindt, dat wij méér moeten zwijgen, heeft meer te maken met de traditionele gereformeerde cultuur zoals Strengholt schreef, dan met de gezonde leer. Alle Bijbelplaatsen die hij noemt zeggen ons dat er momenten zijn waarop je het stof van je schoenen moet schudden en iemand de rug moet toekeren. Daarover geen enkel misverstand. De vraag is echter: wanneer! Moeten we dat bij voorbaat doen of pas wanneer dat moment is aangebroken. En wie beslist dat? Iemand die in zijn studeerkamer zit, of degene die oog in oog staat met wie hij aan het woord is en de liefde van God bekent wil maken? De vraag stellen is meteen het antwoord geven.

Peter Bergweg eindigt zijn commentaar met: ‘Er is in deze dagen gebed nodig voor de EO en zijn leiding. Niet vanwege de relatie met de achterban, maar met God.’ Sorry, maar de enige conclusie die ik hier uit kan trekken is dat hij kennelijk voor zichzelf tot de conclusie kwam dat de relatie tussen God en de EO niet in orde is? Net alsof de EO niet in afhankelijkheid van God en onder biddend opzien tot Hem hun plannen hebben gemaakt .Ik vraag me hoe dit zit bij het ND, gezien boven gesignaleerde verschillen met het Woord van God en dat van Peter Bergweg? Een gelovig en ootmoedig gebed lijkt niet overbodig. Bovendien vrees ik, gezien de invloed die van het ND uitgaat, dat hij hiermee veel lezers op het verkeerde been heeft gezet.