Loopt een man over het water

Loopt een man over het water

Simon Streuper

(Het volgende ingezonden heeft het ND geweigerd te plaatsen)

Ziet hoe goed en lieflijk is het wanneer broeders ook samen wonen

Denkend aan de soms felle kritische reacties op het geplande EO programma van broeders (die de Bijbel huisgenoten van God noemt), hebben wij als christenen weer eens de voorpagina’s van de diverse media gehaald. Ook hebben wij aan God en de wereld onze onmacht cq onwil getoond om tegemoet te komen aan het verlangen van de Heer dat onze eenheid de wereld zou overtuigen dat de Vader Hem heeft gezonden. Zonder aarzelen en in de veronderstelling God een dienst te bewijzen, beijverden o.a. het ND en in hun kielzog vele christenen zich onmiddellijk via krant en internet, de directie van de EO van hun onzalig plan te overtuigen. Hiermee hebben wij ons weer eens ‘stinkende’ gemaakt, zoals de SV het nogal realistisch uitdrukt. Hebben zij ooit overwogen dat dit plan mogelijk door Gods Geest geïnspireerd is en als vrucht van hun en ons gebed op het punt stond te worden gerealiseerd?
Wanneer men zich vooraf had afgevraagd WWJD ( wat zou de Heer hebben gedaan) had deze rel voorkomen kunnen worden. Het is in strijd met de geest van het heldere voorschrift ‘wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hen evenzo.’ Zij, die tot Gods huis behoren, mogen zo niet met elkaar omgaan. Helaas lukt het niet altijd wereldgelijkvormigheid te vermijden.
Alleen al de gretigheid waarmee kranten in het algemeen hun veroordeling publiceerden van ‘Loopt een man over het water’, zonder uitvoerig de doelstelling van de EO uiteen te zetten, geeft te denken. Het zegt m.i. meer over bestaande vooroordelen van een bepaalde traditionele cultuur dan over de deugdelijkheid van hun Bijbelse argumenten die zij tegen de EO in stelling brachten.
Ik weet wat traditionele vooroordelen zijn. Ik heb er zelf in gegrossierd, zij het onbewust, totdat ik ontdekte dat hierdoor medegelovigen als ‘bozen’ werden geclassificeerd en als zodanig bejegend. Iets dergelijks voltrekt zich nu, nu de pers het voortouw neemt om luid te roepen: “moet je nu eens weer zien wat die EO voor plannen heeft ... zij maakt het evangelie tot een aanfluiting.” Het ND probeert haar afwijzing te onderbouwen, maar kan die de toets van het Woord doorstaan?

Het argument van lastering
Zowel in de evangeliën als in de brieven liggen de voorbeelden voor het oprapen dat evangelieverkondiging meestal - per definitie - gepaard gaat met tegenstand en daarmee verbonden spot. Hoe krachtiger het evangelie werkt, hoe meer tegenstand: Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders (1 Kor. 16:9). In de Bijbel vind ik geen aanwijzing, noch bij de Heer Jezus, noch bij Paulus dat wij de mate waarin spot en lastering op ons kan afkomen, vooraf moeten afwegen om daarna te beslissen of we het evangelie zullen doorgeven of niet. Integendeel: tegenstand en spot dringt hen des te meer om hun missie te volbrengen. Het werkt eerder als stimulans dan als rem. Tegenstand doet de evangelist des te meer zoeken naar wegen om de mens, die God wil behouden, te bereiken.



Geen vriendelijk betoog maar confronterend

De hoofdredacteur van het ND beweerde (1-8- jl) dat er geen sprake mag zijn van een vriendelijke dialoog. Het moet confronterend en niet populair zijn en de verkondiging van het oordeel mag niet achterwege blijven. Wordt hier de Bijbel nagesproken? Oordeel zelf! Mij dunkt, alleen wat het laatste punt betreft! Op de een of andere wijze zal het oordeel óók ter sprake moeten komen; is het niet expliciet dan impliciet. Ook daarin heeft Christus ons Zijn voorbeeld nagelaten. Denk bijvoorbeeld aan de Samaritaanse vrouw (Joh.4). Maar wat de andere punten betreft: niet vriendelijk, maar confronterend en niet populair, verbaasd mij zeer. Ging Jezus zo om met de Samaritaanse vrouw? Is dit Paulus’ wijze van doen? Wat Jezus betreft, Hij maakte zich zelfs afhankelijk van de vrouw door haar om water te vragen. En Paulus? Ik dacht dat Paulus heel iets anders praktiseerde als gezant van Jezus Christus (en dat moet gelden voor ieder) aan wie de bediening der verzoening is toevertrouwd. Paulus weet zich een gezant van Christus alsof God door hem BAD: wij BIDDEN van Christus’wege: laat u met God verzoenen (2Kor.4:20). Paulus zegt in 1Kor.4:12,13: ‘worden we uitgescholden dan zegenen we, worden we beledigd (gelasterd) , dan antwoorden we vriendelijk. Tot op dit ogenblik zijn wij het uitschot van de wereld, het uitvaagsel van de mensheid.’ En hij zegt in Kol 4:6: ‘en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist.’ Tot zover het woord van het ND tegenover het Woord van de Schrift.

Kerk en omroep vaker zwijgen

De argumenten die Ad van Dussen te berde brengt (ND dd. 6 aug.j.l.), schijnen meer recht te doen aan de Schrift. Maar met de conclusies die hij daaraan verbindt, dat wij méér moeten zwijgen, spant hij het paard achter de wagen. Hij heeft de Bijbel inderdaad goed gelezen, maar trekt daaruit ongezonde en verkeerde conclusies. Alle genoemde Bijbelplaatsen zeggen ons dat er momenten zijn waarop je het stof van je schoenen moet schudden en iemand de rug moet toekeren. Daarover geen enkel misverstand. De vraag is echter: wanneer! Moeten we dat bij voorbaat doen of pas wanneer dat moment is aangebroken. En waar wordt dat beslist, in de studeerkamer of op het zendingsveld?; door de achterban of door degene die in het veld oog in oog staat met de ongelovige? Het advies van Ad van Dussen heeft in het algemeen geldigheid, maar mag absoluut niet toegepast worden op specifieke situaties. De wijze kent tijd en de wijze waarop.

Schrift of cultuur

De vraag is of onze uitleg van de Schrift – en daarmee onze houding, bepaald wordt door onze achtergrond of door de Schrift zelf. Iemand die een beetje thuis is in de Bijbel valt heel gemakkelijk in de strik eigen missers te rechtvaardigen met misplaatste Bijbelteksten. Wie is daar nooit in gevallen?
In het ND van 12 aug.j.l. lees ik in het interview met Strengholt: “We hebben ons jarenlang laten aanleunen dat je in de publieke ruimte je mond houdt over persoonlijke geloofskwesties. Sterker nog, we liepen zelf voorop, omdat we seculiere burgers niet tegen het hoofd wilden stoten”(einde citaat). Is het mogelijk dat het traditionele geweten ten onrechte mee bepalend is voor onze uitleg? Wat Peter Bergweg schrijft is waar: onze goede intenties heiligen niet het middel. Wij kunnen, terwijl we opkomen voor de rechten van Christus omdat we hem hartelijk liefhebben en het ons pijn doet wanneer Hij het mikpunt is of dreigt te worden van spot en hoon, een totaal verkeerd signaal geven. Of menen wij soms dat ons niet kan overkomen wat Petrus overkwam nadat Jezus zijn lijden had aangekondigd. Petrus flapte er uit: 'dat zal u geenszins overkomen'. Christus antwoord luidde:"Ga weg achter Mij, satan;...gij bedenkt niet de dingen van God maar van de mensen." Dat geldt ook voor het ND wanneer achteraf zou blijken dat - hun goede bedoelingen ten spijt - hun kritiek niet gerechtvaardigd is omdat hun Bijbelse argumenten niet met de Bijbel stroken.

Ik heb er begrip voor dat het ND mijn eerste (verontwaardigde) reactie (zie: http://www.sstreuper.nl) niet heeft geplaatst. Niet omdat er iets in zou staan dat niet door de beugel kan. Maar kennelijk was het te confronterend. En zo zie je maar weer dat een ‘confronterend-niet-vriendelijk-gesprek’ - zoals het ND voorstaat - contraproductief werkt!

Lees ook het vervolg




(C) 2005 - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken