Han van Meegeren
Simon Streuper
12 december 1996 was het vijftig jaar geleden dat er een eind kwam aan de gevangenschap van de schilder en meester-vervalser, Han van Meegeren. Nog voordat hij zijn straf uit had gezeten stierf hij.
Haast niet te geloven, hoe experts op hun vakgebied de plank soms misslaan. Wie zich niet houdt aan de feiten bij het ontwikkelen van de theorie, maar deze vermengt met veronderstellingen moet zich niet verbazen wanneer de aap uit de mouw komt. Vandaag zal een klein beetje ontwikkelde leek, die in 1996 de schilderijententoonstelling van J. Vermeer goed heeft bekeken, duidelijk het grote verschil tussen diens werk en de vervalsingen van Han van Meegeren opvallen. Het is een wereld van verschil! En toch, wanneer na de tweede wereldoorlog de Amerikaanse soldaten in Oostenrijk niet het schilderij O Christus en de echtbreekster⊃1; met de signatuur van Vermeer hadden gevonden, zouden de vervalsingen van van Meegeren tot vandaag de dag nog altijd aan Vermeer worden toegeschreven om de simpele reden dat de vervalsingen onderdeel uitmaakten van een theoretische opvatting betreffende de ontwikkeling van Vermeers' schilderkunst. En -wees gewaarschuwd - theorieën hebben een taai leven, zelfs wanneer ze al lang achterhaald zijn. Het betreffende schilderij bleek na enig onderzoek door van Meegeren aan de Nazi rijksmaarschalk Göring te zijn verkocht voor het lieve bedrag van 1.650.000 gulden. Als gevolg van deze ontdekking werd van Meegeren aangeklaagd wegens collaboratie met de vijand. Om aan veroordeling voor zo'n zwaar vergrijp te ontkomen koos hij er liever voor zijn vervalsingpraktijken op te biechten. Wat een verschrikkelijke blamage moet het voor de onder kunstkenners zeer gewaardeerde kunsthistoricus en autoriteit op dat gebied, Abraham Bredius, zijn geweest, toen Han van Meegeren de rechtbank het bewijs leverde dat een aantal als authentieke bekend staande meesterwerken van Vermeer, in musea hingen, die vervalsingen van zijn eigen hand waren. Hiervoor kreeg hij een gevangenisstraf van één jaar, die hij overigens niet uitzat omdat hij voor het einde van zijn straftijd op 12 december 1947 stierf. Nog geen tien jaar eerder, in 1937, had de kunsthistoricus Bredius de kunstwereld verbaasd en ook verrast met de tentoonstelling van het met 'Vermeer' gesigneerde schilderij 'De Emmaüsgangers⊃1;. Dit schilderij zou het bewijs leveren van de theorie dat Vermeers' schildersloopbaan, waarover heel weinig bekend was, als historieschilder in de stijl van de Italiaanse Barok begonnen was. Het stuk zou, volgens deze theorie, naadloos aansluiten bij later religieus werk van de schilder! Alle twijfels over Vermeers verleden verdwenen als sneeuw voor de zon. Alle onderzoekstechnieken werden op het schilderstuk losgelaten zoals chemische analyses, röntgenonderzoek en microspectroscopie. Maar elke proef 'bewees' de echtheid van het kunstwerk. Toen alles waterdicht bleek te zijn, kocht de Rembrandtvereniging het doek voor 550.000 gulden en hing het op in het Museum Boymans - van Beuningen te Rotterdam. Kunt u zich voorstellen hoe de Heer Bredius en alle andere onderzoekers zich gevoelt moeten hebben toen de vervalser het overtuigende bewijs leverde dat het inderdaad vervalsingen waren. Wat een afgang, wat een debacle voor de experts. Zelfs in de kleinste plaatselijke courant werd hun misser breed uitgemeten. De Heer Bredius werd het slachtoffer van zijn eigen theorie. Hij liep in de val van zijn eigen fantasie. Feit en fictie onderscheidde hij niet. Wilde hij misschien liever zijn eigen voorstelling van zaken bewaarheid zien dan de werkelijkheid? Kan een mens zo geobsedeerd raken van zijn eigen ideeën over zaken waarvan weinig of niets bekend is dat hij pure leugens als onomstotelijke waarheden gaat koesteren en tenslotte roemloos ondergaat? Ja, dat kan. Laat het u niet gebeuren! Haan van Meegeven heeft handig geanticipeerd op de belangstelling die eerst in de negentiende eeuw ontstond voor de vrijwel toen nog onbekende zeventiende eeuwse schilder Vermeer en op de min of meer aanvaarde theorieën die de ronde deden over Vermeers' loopbaan als kunstschilder. Zodoende lagen onderwerp en schildersstijl van de vervalsingen al voor het oprapen en kon Han van Meegeren hen op hun wenken bedienen. En het hele kunstwereldje tuinde erin. Niet omdat zij geen experts waren, maar omdat zij vertrouwden op hun eigen theorieën. Omdat hun waarnemingsvermogen danig vertroebeld werd door hun eigen veronderstellingen en theorieën, ontdekten zij ook niet de levensgrote verschillen tussen Han van Meegeren en Vermeer.
We leven in een tijd waarin mensen meer op zoek zijn naar verklaringen en theorieën dan naar waarheid. Wanneer ze er één naar hun zin gevonden hebben, beschouwen ze die als 'hun waarheid', die niet 'geldig' hoeft te zijn voor een ander. Welnee, waar blijft anders de tolerantie? Wij gunnen elkaar toch de ruimte? De ruimte, bijvoorbeeld, om te blijven vasthouden aan de leugen, zoals een paar slachtoffers van de meestervervalser van Meegeren deden ondanks de overvloedige bewijzen. Van schildersbedrog naar zelfbedrog is maar een kleine stap. Vooral wanneer het gaat over geloofszaken. Velen laten de Bijbel gesloten, alhoewel het lezen ervan ons de ogen kan openen. De Bijbel ontmaskert de leugen en openbaart de Waarheid. Het vertelt ons dat er een dag komt waarin van ieder mens alles aan het licht zal worden gebracht. Een dag waarop ieder die het evangelie afwees en aan zijn eigen 'waarheid' vasthield, zichzelf, net iets te laat, als bij toverslag zal herkennen als iemand die verstrikt is geraakt in zijn eigen theorieën omdat hij koppig weigerde zich door de Waarheid te laten overtuigen. Misschien denkt u nu: 'Tjonge, tjonge, wat een zelfverzekerdheid!⊃1; Daar hebt gelijk in! Maar dat is heel iets anders dan arrogantie! Theorieën moeten getoetst worden. De Waarheid is verifieerbaar, meetbaar! Meten is weten, gissen is missen! De Bijbel zegt: wie mij mist, doet zijn leven geweld aan; allen die mij haten, hebben de dood lief.
|