U bevindt zich hier: Prikkels
terug naar: Bijbelstudies
Algemeen:
Belijdenisgeschriften onderschrijven?
Lees het artikel van ds. Rob Visser
Afvallig? van wat?
Voor mij, een niet gereformeerde, was de reactie van ds. Rob Visser een eye opener. Meteen herkende ik zijn moeite om een andere doopvisie dan de gereformeerde te gedogen. Hij acht zich gebonden aan zijn eens gegeven belofte de gereformeerde leer te onderwijzen en te verdedigen en bevestigde deze belofte met zijn handtekening. Laat uw ja ja en uw nee nee zijn. Wie daar niet naar handelt schendt zijn belofte en is daaraan ontrouw. Onontkoombare conclusie: dus ds. Van der Hoeven, die hoewel hij de gereformeerde leer aanhangt en verdedigd, maar de geloofsdoop een zekere erkenning wil geven, valt de gereformeerde leer af. Wanneer de juiste maatstaf is gebruikt, is er geen ontkomen aan dit vernietigend oordeel: Van der Hoeven is een afvallige gereformeerde broeder.
IJkpunt
Maar de vraag blijft dan wel of de door predikanten geaccepteerde en onderschreven gereformeerde leer en de drie artikelen van enigheid, gelijk gesteld mogen worden met het gezaghebbende Woord van God. Want, wat is het ijkpunt? Er is toch geen oprecht christen te vinden die een ander ijkpunt zal aanwijzen dan het Woord van God!
Eerlijk gezegd schrok ik – tot op dat ogenblik onbekend met die tekst - ervan dat Rob Visser sommige delen uit de tekst van het te tekenen formulier citeerde, nl. dat de belijdenisgeschriften ‘in alle delen geheel met Gods Woord overeenstemt’. Dat is nogal een pretentie! Ik dacht: hoe durven ze! Toen ik het las, viel mijn oog op het artikel ernaast van A.A. Spijkerboer: ‘Geloven is: nederigheid, integriteit en eenvoud’. Wanneer je je eigen belijdenisgeschriften het predicaat meegeeft van ‘in alle delen geheel met Gods Woord overeenstemmend’ lijkt mij dat nogal in tegenspraak met wat volgens Spijkerboer geloven is. Feilbaar mensenwerk wordt hier praktisch gelijkgesteld met Gods Woord. Mogelijk onbewust, maar tóch!
Herkenning
Ik haast mij nu, u te vertellen dat ikzelf ook in een dergelijk strik gevangen heb gezeten. Opgegroeid, getogen en onderwezen door de broeders van ‘Vergadering van Gelovigen’ las ik jaren geleden in het RD de reactie van een gereformeerde theoloog uit Middelburg op een dissertatie van een student, die het verband aantoonde tussen depressie en de gereformeerde leer. Dat was uiteraard koren op mijn evangelische molen. De theoloog had vooral kritiek op het – voor mij merkwaardige - feit dat de student niet de Bijbel, maar de belijdenisgeschriften citeerde (mijn ervaring met gereformeerden was namelijk omgekeerd). Maar, zo vervolgde de theoloog: er is nog nooit iemand geweest die mij heeft kunnen aantonen dat de belijdenisgeschriften niet in overeenstemming zijn met wat de Schrift leert. ‘Zie je wel’ zei ik tegen mijzelf, ‘deze theoloog is niet meer in staat de Bijbel te lezen zoals het er staat; hij is volkomen afhankelijk van zijn gereformeerde, door de belijdenisgeschriften geprogrammeerde leesbril’. Direct deed ik een greep in mijn boekenkast om te zien wat broeder X over dit fenomeen heeft geschreven. En terwijl ik stond te bladeren, steeg het schaamrood naar mijn kaken en zag ik dat ik precies hetzelfde deed wat ik mijn gereformeerde broeder verweet: de Bijbel lezen door de bril van wat ‘de Broeders’ mij leerden.
Sindsdien heeft er een omslag in mijn denken en doen plaats gevonden. Tot vandaag de dag ben ik de Heer daarvoor dankbaar. Ik ging de Bijbel anders, vrijer, onbevangen lezen en als gevolg daarvan ook de theologische werken van ‘de Broeders’. Maar ook kwam ik tot de ontdekking dat wat ‘de Vergadering’ van mij verwachtte voor mij haast evenveel woog als wat de Heer van mij vroeg. Ik diende meer de gelovigen dan de Heer. Foute boel dus!
Daarom kan ik mij heel goed de reacties voorstellen van Rob Visser, Adrian Verbree e.a.. Zij hebben trouw beloofd aan de Gereformeerde leer en de drie formulieren van enigheid en willen daar trouw aan blijven. Maar tegelijk moet gezegd worden dat het eisen van trouw aan deze geschriften bepaald geen Bijbelse achtergrond heeft. Dat kent een dergelijke handelwijze nergens! Paulus had redenen te over om zijn medewerkers en de gemeenten vast te pinnen op wat hij hen leerde toen hij zijn einde voelde naderen. Maar wat hij deed was: hen opdragen aan God en het Woord van zijn genade. Alles wat naast dat Woord als ijkpunt wordt gesteld is daaraan inferieur en leidt metterdaad tot verwarring. Wat door mensen bedoeld was om eenheid te bewerken blijkt door de eeuwen heen óók een bron van tweedracht te zijn. Gods Woord is het enige en absolute ijkpunt en wie meent te kunnen staan op belijdenisgeschriften, zie toe dat hij niet valle. Door hier je handtekening onder te plaatsen wordt men een slaaf van de eigen belijdenis en de eigen interpretatie van de Bijbel en sluit men zichzelf op in een gesloten leerstellig systeem waarin de Heilige Geest op non actief wordt gesteld wat het verder doordringen in de Schrift bemoeilijkt.
Door een dergelijke belofte af te leggen wordt de focus van de dienaar op de belijdenis en niet op Gods Woord gericht. Om in functie te blijven is men niet aan het Woord, maar meer aan de belijdenisgeschriften verplicht. De belijdenisgeschriften gaan heersen over het Bijbelonderzoek, want niet de Bijbel maar de geschriften moeten immers worden geleerd en verdedigd. Daar ontkomt niemand aan die trouw wil blijven aan de belijdenisgeschriften. Maar dat gaat dan wel ten koste van Gods Woord en de gereformeerdheid . Niet het Woord van God, maar het woord van mensen wordt zo het ijkpunt. Foute boel dus!
Het oordeel begint bij het huis van God
Wat nu gaande is in gereformeerde kerken is in de ‘Vergadering van gelovigen’ al eerder begonnen. Ook al gebruiken velen nog deze naam, het is niet meer wat het was. Zij hebben hun beginselen door de jaren heen verkwanseld. Zij vormden, ook al kennen zij geen belijdenisgeschriften, evenals de gereformeerden een gesloten systeem. De vrijheid die er zou moeten zijn was evengoed een vrijheid die aan ongeschreven strenge regels was gebonden. Toen door onderzoek van de Schrift sommigen vraagtekens zetten achter sommige regels, begon het systeem lekkages te vertonen en stortte het onherstelbaar in als een hydraulisch systeem dat lek raakt. Feitelijk zijn zij weer terug bij af. Verstarring is omgeslagen in beweging. Naar mijn visie heeft Gods adem hen – zeer terecht - verstrooid, en voor zover ik het kan beoordelen, tot Zijn eer en hun eigen welzijn!!!
Ons huis of Gods huis?
Wij zijn méér dan gereformeerd of evangelisch. Wij zijn Gods gebouw, huis van God en in dat huis van God is iedereen een bouwer. Ieder voor zich moet toezien hoe hij daarop bouwt, schrijft Paulus in 1 Kor.4. Maar ook schrijft hij, dat ieders werk openbaar zal worden. Die dag zal aan het licht brengen of mijn werk zal verbanden of zal blijven, of ik loon zal krijgen of schade zal lijden.
Zodoende is er voor iedereen maar één prangende vraag: Bouwt u, bouw ik aan het eigen (gereformeerd of evangelisch) huis of aan het huis van God?
Achter de rechterstoel waar wij zullen verschijnen, staan wij niet oog in oog met de broeders die de Statenvertaling en de belijdenisgeschriften het licht deden zien. Niet aan hen hoeven wij ons te verantwoorden. Maar wel aan het Hoofd van de gemeente, Jezus Christus, Die ons hele duidelijke, niet mis te verstane opdrachten gaf en elk van ons uitnodigt om Zijn leerling te worden om zijn huis te bouwen.
LEES OOK GERELATEERDE ARTIKELEN:
A. VRAGENBEANTWOORDING BETR. BELIJDENISGESCHRIFTEN
B. JEUGDBELEID SLAAT PLANK MIS