U bevindt zich hier: Streuper&Streuper
terug naar: Bijbelstudies
Algemeen:
Bert Streuper
Onlangs ben ik met een goede vriend van me naar een klooster geweest in het Limburgse Vaals. Een bijzondere belevenis. Wij wilden ons samen een paar dagen terugtrekken van onze dagelijkse bezigheden. Even geen computer, krant, televisie, werk en alles daaromheen. We wilden de stilte opzoeken – God opzoeken, Hém ontmoeten. Ik weet best dat je daarvoor niet naar een klooster hoeft te gaan, maar wij deden dat deze keer wel. Het was een heel aparte
ervaring. Monniken dienen in veel protestantse kerken als voorbeelden van 'hoe het niet moet'. Monniken onttrekken zich immers aan de wereld en daarmee voor een belangrijk deel aan hun verantwoordelijkheden, is dan de redenatie. 'Wij zijn niet van de wereld, maar wel in de we-
reld' Monniken hebben dat niet goed begrepen, zeggen velen. Bovendien ontzeggen monniken niet hun ascetische levensstijl zich veel `genoegen des levens' waarvan wij juist onder dankzegging volop mogen genieten. En dan die kleding, die sobere habijten. Natuurlijk moeten wij ons op de een of andere manier onderscheiden van de wereld. Maar – en daar worden de monniken weer 'van stal' (lees klooster) gehaald – we hoeven (of moeten) geen zwarte rokken aan te doen, zoals de bewoners van kloosters...
Ik wil het opnemen voor de monniken, in ieder geval voor de paters in Vaals. Het zijn daar bijzondere mensen – zeer bijzonder. Beminnelijk. Godzoekers. Heel hun levenswijze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, is bewust gericht op de Allerhoogste! Achtmaal daags hebben ze hun gezamenlijke gebedsdiensten en vieringen. Achtmaal!! Christus staat daarin centraal. Ze aanbidden God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De monniken die wij hebben gesproken, deden dit – voor zover wij dat dan kunnen beoordelen – met heel hun hart. En wij hebben met hen meegedaan! Alles in het klooster, de architectuur, het interieur, de kleding en het gedrag van de kloosterlingen, staat in het teken van rust, reinheid en regelmaat. Alles ten behoeve van dat ene doel: God zoeken, aanbidden en voorbede doen. Indrukwekkend!
Ik kon mij overigens niet met alles verenigen. Hoewel ik bar weinig heb gemerkt van 'Maria-verering', werd zij wel (een enkele keer) gevraagd of zij in de hemel voor ons wil bidden. Maria als voorbidster dus. Daar kon ik niet zo veel mee. Nee, ik ben het beslist niet eens met de gehele inhoud van de katholieke leer Ik word dan ook niet katholiek, en nog minder monnik. Maar ik ben wel blij met de monniken die ik heb ontmoet. In belangrijke opzichten zijn zij een voorbeeld voor mij. Dan denk ik vooral aan hun toewijding aan God. Ik ben (een beetje) op de hoogte van de negatieve kanten van het katholieke geloof. Ik ben nog steeds blij met Maarten Luther! Maar ook met de monniken – zeker met die in Vaals.
Of ik in het klooster een ontmoeting met God heb gehad? ja, wel een heel andere dan ik had verwacht. Ik heb iets van God ontmoet: in de monniken!
Zin om een keer mee te gaan naar een klooster, pa?
Simon Streuper
Dat men God ook in het klooster k oanntmoeten, daaraan twijfel ik niet:`(...) nam ik vleugelen van de dageraad, ging ik wonen aan het uiterste van de zee, Hij is er!' Zelfs in het dodenrijk, zegt David. Waarom dan niet in een klooster?
Vrij regelmatig neem ik via de tv kennis van het kloosterleven en de wijze waarop individuen God zoeken, Hem benaderen en omgang met Hem hebben. De tijd waarin ik alles in minder dan geen tijd kritisch kon beoordelen en afwijzen met 'mijn' maatstaf, heb ik al enige tijd achter mij gelaten. Wanneer je je 'brillenglazen' niet regelmatig schoonmaakt, en je 'gezichtsvermogen' niet geregeld laat conroleren en ijken door de grote 'Oogarts', blijft je oog gefocust op de uiterlijke verschillen en zie je het wezenlijke, de kern waar alles om draait, voorbij. Wij moeten als navolgers van God het hart aanzien, voor zover wij, mensen daartoe in staat zijn. Dat heeft tot gevolg dat je, over en weer, soms schitterende dingen ontdekt.
`Awel, menereke,' zei op de bijbelstand in Brugge eens een rooms-katholiek tegen mij, `ik zie dat gij Ons Lieve Heer liefhebt!’ ‘Dat klopt,' zei ik. 'En jij?'vroeg ik. Ja, ik heb Hem ook lief!' Natuurlijk was ik razend nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag wat voor reden hij had om Ons Lieve Heer lief te hebben. 'Natuurlijk omdat Hij voor mijn zonden aan het kruus is gesturven, antwoordde de man met een brede grijns. Zeg nu zelf, Bert, kun jij iets bedenken wat fundamenteler is dan 'Ons Lieve Heer liefhebben omdat Hij voor ons stierf'? Eén in Christus, één in de Geest, één in dezelfde roeping waarin allen geroepen zijn om de eenheid van de Geest te bewaren in de band van de vrede. Eén lichaam, één Geest, één hoop, één Heer, één geloof, één doop; één God en Vader van allen, boven allen, door allen en in ons allen. Alles wat daarná komt, komt op het tweede plan. Ik merk nog altijd dat velen dit niet willen begrijpen. Waarschijnlijk omdat ze te zeer vastgeklonken zijn aan hun eigen leertradities. Jij schreef al — zelfs een beetje nadrukkelijk — het niet met alles eens te zijn wat de katholieke kerk leert. Dat mag kennelijk! Overigens bestaat er geen zaligmakende leer, anders dan die de Bijbel leert. En alles wat daaruit als leerstellingen is geformuleerd
is slechts feilbaar mensenwerk. Helaas daagt dit mensenwerk doorlopend uit tot discussies en woordenstrijd. De discipelen waren helaas ook dikwijls aan het bekvechten. Het valt mij altijd op dat de Heer daar nooit rechtstreeks op in is gegaan (wat een geduld!). Wel stelde Hij hun de vraag waar zij onderweg met elkaar over hadden gesproken. Toen waren ze meteen uitgepraat en — heel frappant — zwegen stil. Het is wel bedroevend, die neiging om verkeerde prioriteiten te stellen en zo graag gelijk te willen hebben. Ik voel geen behoefte om naar het klooster te gaan. Maar met monniken zou ik graag nog eens willen praten. Vooral
om te horen waarom zij Ons Lieve Heer liefhebben. Tien tegen één dat de antwoorden zullen leiden tot leerzame en gezegende gesprekken. n
Ga naar: dromen Een kunstwerk