U bevindt zich hier: Geloofsopbouw
terug naar: Bijbelstudies
Algemeen:
S.Streuper
Misschien hebt u uw lijstje met goede voornemens voor dit nieuwe jaar nog voor u liggen. Wat staat op de eerste plaats? Mag ik u nog een tip geven? U moet dit jaar weer duizend en een beslissingen nemen. Waardoor laat u zich leiden? Wat zijn uw doelstellingen, uw belangen. Welke wegen kiest u om ze te bereiken. En stroken uw doelen ook met Gods doelstellingen en belangen?
Niemand van ons zal denk ik beweren dat we het Woord van God niet nodig hebben, maar wat betekent dat praktisch? Welke bewuste acties ondernemen jij en ik om ons het betrouwbare Woord van God eigen te maken, om er in te worden onderwezen en het te leren hanteren in het leven van elke dag? We hoeven natuurlijk geen Schriftgeleerden te worden, maar wel daders van het Woord. Het zou toch reuze handig zijn wanneer we in alle kritische en beslissende ogenblikken van elke dag, een uitspraak van Gods Woord paraat zouden hebben om een venijnige aanval van de satan af te slaan en de enige juiste beslissing te kunnen nemen, de enige juiste keuze te kunnen maken of het enige juiste antwoord te kunnen geven. Verkeerde beslissingen leiden tot treurige gevolgen. Hoe vaak blunderen we hierin? Des te meer u dit herkent, zoveel te noodzakelijker is het hieraan heel bewust te gaan werken. Geen gras over laten groeien dus.
Luisteren naar het Woord van de Heer
Martha, die druk met dienen was, zat er helemaal naast. Zij koos verkeerd. Gek eigenlijk, want in het vervolg van het Lukas-evangelie staat juist, dat we tijdens de afwezigheid van de Heer, ten allen tijde waakzaam moeten zijn, bezig moeten zijn als slaven die maar één opdracht hebben: dienen! We zijn slaven, en wanneer we gedaan hebben wat ons is opgedragen, zijn we evengoed toch nog onnutte dienstknechten. Het devies van een dienstknecht is 'dienen'. Het was natuurlijk allemaal heel goed bedoeld van Martha. Ze had de Heer lief en wil Hem de eer geven die Hem toekomt. En wanneer de Hoogste Majesteit op Zijn tournee even langs komt, dan moet je Hem natuurlijk eren op een manier die helemaal overeenstemt met zijn persoon en waardigheid. Dan haal je alles uit de kast om Hem te dienen en is geen moeite je teveel! Ze is dan ook héél druk bezig met de voorbereidingen van een dineetje. 'Wat jammer nou', denkt ze: 'dat Jezus alsmaar met Maria zit te praten. Ik hoop maar dat Hij gauw uitverteld is, want wanneer zij me niet meehelpt, kom ik nooit klaar.' Ze ergert zich niet alleen aan Maria, maar misschien nog wel het meest aan de Heer. Wanneer Hij iets vertellen wil, waarom zegt Hij dan niet tegen Maria: help je zus eens! Wanneer er één begrip voor haar moest hebben, dan was Hij het toch wel!
Mis Maria! Wanneer de Hoogste Majesteit op zijn reis even langs komt, dan komt Hij niet om gediend te worden, maar (in de eerste plaats) om te dienen. Dan heeft Hij iets te zeggen. Dan heeft Hij de een of andere belangrijke leer of boodschap door te geven. Hij komt om iets met je te delen, om gemeenschap met je te hebben. Dit is Zijn grootste verlangen: gemeenschap, niet: gediend worden. Trouwens, elke dienst die niet voortvloeit uit de gemeenschap met Hem, is waardeloos.
Het zitten aan de voeten van de Heer en het luisteren naar Zijn Woord is het enige dat echt nodig is volgens Jezus' eigen woorden. Werk hier bewust aan, trek er tijd voor uit en zoek de gelegenheid om bij de verkondiging van het Woord aanwezig te zijn. Het is de basis van een vruchtbaar leven in dienst van de Heer..
Bidden
Na het ene dat echt noodzakelijk is, geeft de Heer vervolgens belangrijk onderwijs over het bidden (Lk.11). En dat nog wel op verzoek van een van de discipelen.
Het geduldig zitten luisteren aan de voeten van de Heer, ontwikkelt zich gaandeweg tot een gesprek van een kind van God met zijn hemelse Vader. En de Heer zelf geeft ons een handzaam model aan voor dit 'gesprek'. De volgorde is belangrijk.
God staat voorop, en wij komen op het tweede plan. Eerst: 'Onze Vader in de hemel, Uw naam worde geheiligd, het tweede is: Uw koninkrijk kome. En pas daarna komen wijzelf aan de beurt: geef ons heden ons dagelijks brood, etc..
Staat het eerbiedigen van de naam van onze God bij ons ook bovenaan op onze gebedslijst? U vindt het misschien wel verschrikkelijk dat de omgeving waar u dagelijks verkeert de naam van God misbruikt. Maar daar gaat het hier niet om. Wanneer uw hoogste wens is dat de naam van God geheiligd wordt, moet dat in eerste instantie plaatsvinden in uw eigen leven, pas daarna mag u aan uw buurman denken. Je kunt deze eerste bede niet gedachteloos uitspreken en vervolgens je leven inrichten naar je eigen goeddunken. Welke plaats heeft de eer van God in ons leven en wat ondernemen wij om Zijn naam te heiligen?
De tweede bede: Uw Koninkrijk kome, heeft betrekking op de plannen van God. U bent nu al een onderdaan van dat koninkrijk en ervaart als zodanig de vrede van dat Koninkrijk al temidden van de oncomfortabele aardse omstandigheden. Maar intussen leven we toe naar het tijdstip dat Gods koninkrijk zichtbaar voor de hele schepping zal aanbreken. Dat is Gods plan. Daar werkt Hij naar toe. En daarvoor zet Hij ons in om de kwaliteit van het leven van Zijn Koninkrijk nu al aan de wereld rondom te laten zien. Dat Koninkrijk betekent alles voor Hem. Direct na het gebed dat Zijn naam geheiligd zal worden is voor Hem dit punt dus van het grootste belang. Uiteindelijk gaat het alleen om Zijn Koninkrijk! Christus heeft gezegd dat dat Koninkrijk ook voor ons voorop moet staan. Op de eerste plaats. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u er bij gegeven worden. Wanneer ons eigen belang voorop staat, spoort dat dus niet met de wetten van het rijk waartoe wij behoren.
Nu komen wij, de onderdanen van Gods Koninkrijk aan de beurt. Eerst een gebed voor de instandhouding van ons lichaam: geef ons dagelijks ons toereikend brood. Daarop volgt een tweeledig gebed voor ons geestelijk leven. Onbeleden zonden maken koninkrijkskinderen krachteloos, dus: vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven ieder die ons iets schuldig is. Het christenzijn valt en staat immers met Gods vergevensgezindheid t.o.v. ons en onze vergevensgezindheid t.o.v. elkaar. Wanneer we hierin falen ontstaat er kortsluiting en gaat het licht uit. Het laatste gebed in Luk.11 luidt: leidt ons niet in verzoeking. Deze bede veronderstelt dat de bidder heel bewust, de verleidingen en verzoekingen, die hem zouden kunnen doen zondigen niet zal opzoeken, maar zich daar verre van houdt.
Na dit voorbeeld-gebed brengt de Heer de motivatie ter sprake. Het betreft hier de zorg voor een bijkans uitgehongerde vriend die in het holst van de nacht aan je deur staat. Natuurlijk een hoogst ongelegen ogenblik. Maar je schaamt je niet om je buurman op dat tijdstip lastig te vallen en hem om een brood te vragen om je vriend daarmee te voeden. Volgens de eisen van de spreekwoordelijke oosterse gastvrijheid twijfelt hij er zelf niet aan dat zijn buurman vanzelfsprekend bereid zal zijn hem het gevraagde brood te geven. Let er even op dat het hier niet gaat over zorg voor je eigen persoonlijke omstandigheden, maar die van een ander! De Heer nodigt ons uit, wanneer zich in ons leven vergelijkbare situaties voordoen, met dezelfde vrijmoedigheid tot de Vader te gaan en Hij verzekert ons: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want ieder die bidt, ontvangt; en die zoekt, vindt; en die klopt, zal opengedaan worden.
Na ons gewezen te hebben op wat ons motief behoort te zijn bij het bidden, wijst Hij ons op de Vader. Wie is Hij, tot Wie wij ons richten wanneer wij bidden? Hij rijst ver uit boven de buurman die we 's nachts wakker maken om een stuk brood te lenen waarmee we onze vriend willen voeden. Ook overstijgt Hij elke aardse vader. Niemand van hen zal het in zijn hoofd halen zijn kind gaven te geven die hem kwaad kunnen doen. En wanneer Hij ons iets onthoudt waarnaar wij sterk verlangen, mogen wij vertrouwen dat zijn besluit ons het gevraagde niet te geven, precies past in het kader van ' Uw wil worde geheiligd, uw koninkrijk kome'. Ons 'gemis' is wellicht een kostbare bouwsteen voor zijn koninkrijk. Hij onthoudt het ons tot ons nut en omdat het Zijn eer te na is ons iets te geven dat ons geen baat brengt.
Bidden om de Heilige Geest
Christus besluit zijn onderwijs over het gebed met de mededeling: Als dan u die boos bent, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal de Vader die van de hemel is, de Heilige Geest geven aan hen die er Hem om bidden.
Sommigen zeggen: 'We hoeven niet meer te bidden om de Heilige Geest, want die hebben we al ontvangen nadat we tot geloof kwamen! Dat laatste klopt, nadat we tot geloof kwamen ontvingen we de Heilige Geest. Maar dat eerste, klopt dat wel?: Hoeven wij niet meer te bidden om de Heilige Geest?' Laten we het toch maar doen, want zonder de daadwerkelijke hulp van de Heilige Geest komen we geen stap verder. Paulus deed het ook al: 'Ik houdt niet op voor u te te danken, terwijl ik u gedenk in mijn gebeden, opdat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de (G)geest van wijsheid en openbaring geeft(Ef1:16,17) en even later buigt hij opnieuw zijn knieën en bidt dat God ons naar de rijkdom van zijn heerlijkheid zal geven door zijn Geest met kracht gesterkt te worden naar de innerlijke mens, zodat Christus door het geloof in onze harten woont (Ef3:14-17).
00001201
Ga naar: Er wordt geklopt Gedenken en geloven