Ster van Bethlehem

Ster van Bethlehem

Simon Streuper

In ca 600 voor Christus heeft de Perzische priester Zoroaster een voorspelling gedaan: Een maagd (nota bene) zou een zoon baren, die door de Joden zou worden gedood, en daarna ten hemel zou varen. Na zijn geboorte zouden magiërs, geleid door een ster, hem in Bethlehem opzoeken.
Deze voorspelling is dus niet uit Bijbelse, maar uit Perzische bron. Of Zoroaster een rechtstreekse openbaring van God had ontvangen, weten we niet. Uit verschillende bronnen is bekend, dat de verwachting der joden wijd en zijd onder de volken verbreid was. Zij het dan ook dat die verwachting niet altijd eenduidig was. Mogelijk hadden zij deze kennis vooral te danken aan Daniël de Joodse balling, die door Nebukadnezar (605 - 562 v.C.) was aangesteld tot heerser over het gewest Babel. Bovendien was hij ook opperhoofd over alle wijzen van Babel. Legio mogelijkheden dus voor de omliggende volkeren van Israël om 'de klok te hebben horen luiden' betreffende de toekomstver wachting van de Joden, die op grond van Bijbelse profetieën uitzagen naar de komst van de beloofde Koning. Sommige wetenschappers beweren zelfs dat Zoroaster een leerling van de profeet Elia geweest moet zijn. Wanneer dat werkelijk zo is, is Zoroaster wel heel ver afgeweken van het onderwijs van Elia. Immers, de joden was verboden zich met astrologie bezig te houden. Zij mochten hun ogen niet opslaan naar de zon, de maan en de sterren om die te aanbidden en zich ervoor neer te buigen. Dat zij dit, in navolging van de hun omringende volkeren, toch hebben gedaan en God daarmee terzijde schoven en aldus onteerden, is hun duur komen te staan. De godsdienst van de Babyloniërs en de Perzen echter, was er juist op gebaseerd. Zij vereerden niet de Schepper, maar bogen zich neer voor het geschapene. De zon de maan en vijf planeten, t.w. Mercurius,Venus, Mars, Saturnus en Jupiter) belichaamden in hun visie zeven goden, die ieder op zijn beurt een dag van de week werden vereerd. Astronomie (sterrenkunde) en astrologie (sterrenwichelarij) waren in die tijd niet te scheiden gebieden van onderzoek, waarmee zonder uitzondering elke wetenschapper zich inliet. Zij waren de 'magoi' ( magiërs), de wijzen en intellectuelen van de oudheid, en behoorden tot de priesterklasse. Hieruit blijkt al, dat religie en wetenschap zeer met elkaar waren verweven.
Dat Zoroaster, die een leidinggevende rol speelde op het terrein van de godsdienst in het Perzische rijk, bovengenoemde voorzegging in ca 600 v.C. heeft gedaan is verbazingwekkend. Minstens zo verbazingwekkend is, dat God, 600 jaar later, zich aansluit bij de voorhanden zijnde kennis van de astronomie en astrologische interpretaties, om de wijzen uit het Oosten door middel van de sterrenhemel op het spoor te brengen van de in Bethlehem geboren Koning der Joden. En dat nog wel, terwijl diezelfde God ondubbelzinnig astrologische praktijken drastisch van de hand wijst. Hierop kom ik later nog terug.

Een rasechte historicus is als een detective die blijft zoeken naar aanwijzingen die ertoe moeten leiden een onweerlegbare reconstructie te geven van het gepleegde delict. Tientallen wetenschappers hebben door de eeuwen heen intensieve pogingen ondernomen het raadsel van 'de ster van Bethlehem' te ontrafelen. Langzamerhand zijn er heel wat interessante theorieën ontwikkeld, weerlegd. Het laatste woord hierover is nog niet gesproken.
De oplossing van het vraagstuk is ook allesbehalve eenvoudig. In de eerste plaats omdat het jaar van Christus' geboorte onzeker is. Dat is niet het jaar nul, want dat heeft nooit bestaan. De telling is 1 v.C en het daaropvolgend jaar 1 na C. Daarbij is er sprake van een zogenaamde 'duistere periode' van 6 v.C. - 4 na C. Van deze periode zijn wel gebeurtenissen bekend uit Romeinse bronnen en ook van de Joodse historicus Flavius Josephus, maar de chronologie ervan is moeilijk te reconstrueren. Om een voorbeeld te noemen: de meeste historische handboeken verklaren dat Herodes de Grote (die van de kindermoord te Bethlehem), gestorven is in het jaar 4 v.C.; als dat waar is moet Christus dus in 5 v.C. of daarvoor zijn geboren. Voor wetenschappers met belangstelling voor geschiedenis een vette kluif om oplossingen aan te dragen voor een sluitende chronologie waarbij recht gedaan wordt aan de Bijbel én aan andere bronnen. Wat Herodes betreft helpt Flavius Josephus ons op een duidelijk spoor. Hij heeft uitvoerig geschreven over de gebeurtenissen die plaats vonden rondom de dood en de begrafenis van deze vorst. Hij stierf kort na een maansverduistering en werd begraven vóór het joodse Paasfeest. Het meest betrouwbare instrument dat ons ter beschikking staat om terug te reizen naar lang vervlogen eeuwen is de sterrenhemel. Het wonderbaarlijke en meest precieze uurwerk, dat de zeeman feilloos de koers naar de haven wijst, maar ook de astronoom op zijn wenken bedient. Hij hoeft bij wijze van spreken, alleen maar een planetarium binnen te stappen en het drijfwerk een paar duizend jaar terug te draaien. Fascinerende mogelijkheden! In de jaren 7 v.C. t/m 1 na C. zijn er vier maansverduisteringen geweest. Dankzij de gedetaillerde beschrijving van Flavius kan worden geconcludeerd dat naar alle waarschijnlijkheid Herodes in het jaar 1 v.C. is gestorven en niet in 4 v.C.
Wanneer het juist is, dat het aldus gevonden sterfjaar van Herodes, 1 v.C. is, zijn Jozef en Maria met het Christuskind waarschijnlijk hetzelfde jaar uit Egypte, waar zij asiel gezocht hadden, teruggekeerd. Hoelang zij daar zijn geweest is onbekend. Wel weten wij dat Herodes, nadat hij de wijzen had ondervraagd naar het tijdstip waarop zij de ster voor het eerst hadden gezien, hij alle kleine kinderen vanaf twee jaar en jonger liet ombrengen. En omdat hij ongetwijfeld een ruime marge heeft aangehouden is het mogelijk het jaar van Christus geboorte te stellen op 3 v.C.
Wanneer we het raderwerk van het planetarium zover terugdraaien en in die omgeving de sterrenhemel afzoeken, komen we in astronomisch opzicht in een bijzonder interessante periode terecht. Een zekere Ernest L. Martin, beschrijft hoe in een tijdsbestek van acht maanden er driemaal een verbinding was tussen Jupiter (de koningsplaneet) en Regulus (de koningsster) op resp. 14-9-3 v.C., 17-2-2 v.C. en 8-5-2 v.C. Daarna vond op 17 juni 2 v.C. een uitzonderlijk nauwe verbinding met Venus plaats. Martin concludeert dat de 'ster van Bethlehem' een bijzondere bijna-botsing tussen de platen Jupiter en Vemnus op 17 juni 2 v.C. was, op zo'n manier dat deze constellatie voor waarnemers in het oosten als één ster zichtbaar was. Deze bijzondere verbinding vond plaats tijdens volle maan, binnen het sterrenbeeld Leeuw, beheerst door Regulus. Het begrip 'leeuw' kan Messiaans geïnterpreteerd worden (zie Gen. 49:9-10; vgl.Openb.5:5). Als we dit combineren met Regulus, die al in het
derde millenium v.C. als de koningsster gold, is te begrijpen dat de wijzen uit het oosten door hun kennis tot de conclusie kwamen dat de koning der Joden geboren moest zijn.
De positie van Jupiter werd stationair ten opzichte van de aarde: de zijwaartse beweging stopte, en dat werd door de Wijzen waargenomen toen zij al in Juda waren ( ...en zie, de ster die zij in het oosten hadden gezien, ging voor hen uit, totdat zij kwam en boven de plaats bleef staan waar het kind was. Mattheüs 2:9). Dit gebeurde middenin het sterrenbeeld 'Maagd'. Martin wijst erop dat Christus is geboren uit een maagd. Jupiter stopte in de 'buik' van de Maagd op 25 december 2 v.C.; dit was dan niet de geboortedatum van Christus, maar de datum waarop de Wijzen hun geschenken aanboden. Dit was bovendien de tijd van het Chanoeka-feest in Israël (Joh.10:22).Dat begon in 2 v.C. o????op 23 december, dus 25 december was de derde dag.noeka-feest in Israël (Joh.10:22).Dat begon in 2 v.C. ????op 23 december, dus 25 december was de derde dag."
Uiteraard zijn er nog legio andere theorieën. Hoe kan het ook anders. Sommigen menen dat het een komeet geweest is, wat niet erg waarschijnlijk is.
Uiteraard zijn er nog legio andere theorieën. Hoe kan het ook anders. Sommigen menen dat het een komeet geweest is, wat niet erg waarschijnlijk is
s, omdat kometen astrologisch altijd in verband werden gebracht met ongeluk en rampspoed. Anderen denken aan een nova of supernova en willen de planeten buitensluiten omdat de Bijbel spreekt van één 'ster' en niet van planeten. Hier kan tegenin gebracht worden dat in de Bijbel alle hemellichamen, behalve zon en maan, aangeduid worden met sterren en dat de astronomische uitdrukking voor de beweging van de ster van Bethlehem in het evangelie naar Mattheus 2, niet van toepassing is op een nova. Bovendien gebruikt de Bijbel gewone spreektaal en doen twee planeten, die elkaar heel dicht naderen, zich aan ons voor als één grote ster.

Zoek- of dwaaltocht?
U ziet, wat aan het begin van onze jaartelling voor de Wijzen uit het Oosten een peulenschilletje was, is voor ons, mensen van het einde van de twintigste eeuw, een moeilijk te achterhalen kwestie. Maar dat betreft dan uitsluitend het dateren van gebeurtenissen en het reconstrueren van zaken zoals de verschijning van de ster van Bethlehem. Niet het zoeken naar en het vinden van de Messias, de Heiland der wereld!. Dat ligt gelukkig heel wat eenvoudiger.
In oude tijden heeft de sterrenhemel de oosterse Wijzen, de weg naar de Here Jezus Christus gewezen. God heeft het goed gedacht, in te haken op hun kennis van de astronomie, en hun astrologische duidingen. Dit is een bijzonder feit, omdat sinds mensenheugenis de satan diezelfde middelen aanwendt om mensen te vervreemden van de waarachtige God. Al vanaf de grondlegging der wereld misbruikt Satan de sterrenhemel om mensen van hem afhankelijk te maken. Bijvoorbeeld door het raadplegen van horoscopen e.d. De astrologie is een netwerk van kronkelwegen, die de mens op dwaalwegen brengt die hem hoe langer hoe meer van God vervreemden en hem van de enige weg tot behoud, Jezus Christus afvoeren. Toch is Christus ook voor hen niet ver te zoeken! Hij laat Zich ook nu nog vinden door ieder die tot de ontdekking is gekomen dat hij niet is wat hij moet zijn, en een Verlosser nodig heeft om echte vrede te vinden en doel en zin van het leven. Het Kind van Bethlehem stierf als de Man van Smarten terwijl Hij de schuld van zondaren op Zich nam.




(C) 2005 - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken