Tekstversie

U bevindt zich hier:

Zeiltocht

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina

zeiltocht1)

Zeiltocht
Maandag 19 september


Juist toen ik haast had om Bert in Deventer op te pikken om ons vervolgens naar Huizen te begeven, waar de 'Noach' ligt, en bij de Wilp de A1op wilde rijden, kwam ik klem te zitten in een file. Zodoende kwamen wij i.p.v. om 9.00 uur, om 9.30 uur in de haven van Huizen aan, waar Eggo ons al stond op te wachten.
We gingen aan boord, motorden de haven uit, hesen de zeilen, voeren langs Almere, onder de brug door en gingen in het zicht van Pampus net iets te vroeg stuurboord uit richting Lelystad. Met een zwakke wind en een matige gang liep 'Noach' vast. De motor haalde haar net zo gauw weer van het zand af als zij er opgelopen was. (dit soort zaken lees je nooit in de eerste, maar altijd in de derde persoon; je hebt er dan immers zelf part noch deel aan). Intussen lag het wijde Markermeer onbewolkt op ons te wachten. De oostelijke wind was zwak. Niet erg, want wij hadden geen haast om in Lelystad te komen. Het zuchtje wind voerde ons kabbelend in de goede richting. Bert voorzag ons van koffie, gebakken ei, en een paar sneden brood. Samen bevoeren wij een 'zee' van tijd en ruimte, en vulden die met eindeloze gesprekken.

zeiltocht2(unbenannt)

Toen wij om pl.m. 19.30 uur vonden dat de zendmast van Lelystad te traag naderde, startten we de motor, borgen de zeilen en meerden om 20,30 uur 'Noach' af aan de steiger van de jachthaven.
Eggo hanteerde bekwaam de pollepel, smeet de inhoud van een flinke zak deegwaren ( de naam is mij ontschoten) in de ene, en een portie gehakt in de andere pan en roerde daar een heerlijke saus en kruidenmix doorheen. Daarna werd de pan met deegwaren aan de saus toegevoegd. Het dooreenroeren van deze massa beschouw ik als topsport omdat de pan de hoeveelheid eigenlijk niet aan kon. Toen Bert en ik dit gadesloegen hadden we samen één gedachte: die pan krijgen wij nooit leeg, de vissen boffen. Eggo verontschuldigde zich met de opmerking dat hij gewend is om voor zeven personen te koken. Maar we waren zo hongerig en de maaltijd zo lekker dat er voor de vissen nauwelijks iets overbleef

Dinsdag 20 sept.

08.00 uur. Ik (Bert) word wakker. Heerlijk geslapen. Na een half uur 'tussen waken en slapen' ga ik uit bed. Pa is al op. Samen hebben Eggo en ik wat boodschappen gedaan. Toen weer verder: de Houtribsluizen door het IJsselmeer op: weinig wind, veel zon, geen snelheid. Wel gezelligheid. We praten er heel wat af samen. Over vroeger, over God en over onszelf…

Eggo neemt de pen over en schrijft:…. Dan wordt het tijd om onze kelen te smeren met wat vloeibaars. Pa doet aan 'karakterverbetering', d.w.z. hij kiest voor een zwaar biertje met een hoog alcoholpercentage: Karakter (van Jan de Hertog). Bert neemt een glas port en ik kies, net als pa, voor Karakter. Zo spoelen we de borrelnootjes weg en dobberen gezellig, de boeien volgend, richting Enkhuizen.

Commentaar pa:
Alles wat ik Eggo en Bert heb geleerd… in ieder geval niet bier drinken. Het gerstenat heeft, net als levertraan, nooit mijn voorkeur gehad. D.w.z. tot vandaag. Voor de eerste keer in mijn leven smaakte het bier me best dank zij 'Jan de H' (of was het Hertog Jan?)en dank zij het aanbod van mijn zonen. Ik moet, en dat weet ik nu zeker, in het vervolg 'karakter' hebben.
Bij een zeiltocht-logboek hoort behalve bier natuurlijk ook een fotoverslag. Het fotograferen hebben wij overgelaten aan Eggo. Dat vak verstaat hij als niemand van ons. Hij weet wat 'mooi' is. Van de meest simpele dingen ziet hij de schoonheid en het bijzondere in één oogopslag.. Op zijn verzoek heb ik deze taak één keertje van hem overgenomen.
Toen we de zeilen gestreken hadden en op de motor verder voeren om niet al te laat in de haven aan te komen, nam Eggo het roer. Bij het aanlopen van deze pittoreske haven liep Eggo over van inspiratie, reikte mij de camera aan en wees me aan wat ik allemaal moest vastleggen. Al het moois moest erop, de sierlijke stevens van de klippers de bolle koppen van Lemster aken, de masten van de Enkhuizense bruine vloot, en noem maar op.
Nadat we 'Noach' hadden afgemeerd ontfermde Eggo zich weer over de camera. En wij op stap. Alle havens die Enkhuizen rijk is, struinden we af. Eggo hing over hekken, leunde tegen afmeerpalen, lag op zijn rug of buik, boog gevaarlijk voorover om de spiegelingen in het watervlak vast te leggen. Alles werd gefotografeerd in de gunstigste composities en perspectieven. Als je mij vraagt, maakte hij nooit eerder zulke fantastische opnamen. Juist daarom acht ik het een complete ramp dat we ze nooit te zien zullen krijgen… Waarom niet? Vraag je?

Dat zit zo:
Aangekomen in het havencomplex waarin de grootste antieke zeilschepen in het milde zachte avondlicht liggen te koketteren met hun nostalgische en romantische charmes, begon Eggo opnieuw met het vereeuwigen van al deze fraaiigheden. Toen hij terloops het toestel inspecteerde om te zien hoeveel opnamen hij nog kon maken, ontdekte hij dat het fotorolletje niet doorgespoeld werd…
Vandaar dat hij de volgende morgen in het zachte nevelige ochtendlicht alle oefeningen om de mooiste kiekjes te krijgen opnieuw moest verrichten. Maar ook dat resultaat mag er zijn!

Woensdag 21 september
Het is weer mooi weer! Helaas weinig tot geen wind. Maar dat drukt de pret niet. Om 8 uur stond ik (Bert) op. Eggo maakt foto's van Enkhuizen. Pa mee. Ik ga eerst naar een supermarkt om boodschappen te doen. Om 10.00 uur gingen we door de sluis het Markermeer op. Met behulp van de motor tuften we rustig, pratend, lezend en schrijvend weer richting Huizen. Om 12.30 uur vond pa dat er wel zoveel wind was dat de zeilen konden worden gehesen.

Mogelijk ben ik (Pa dus) soms wat te optimistisch. 'Noach' verliest vaart. Het beetje wind dat de zeilen opvangen is net voldoende om ons 360 graden te laten draaien. De motor gaat weer aan. We luisteren naar het weerbericht voor het Markermeer: Geen bewolking (dat klopt), temperatuur van het water 16.6 graden (niet gecontroleerd), windkracht 0-3 (klopt ook), uit o - z.o. richtingen. Dat laatste klopte helemaal niet, want om 13.50 uur wakkerde de wind wat aan en blies ons van achteren in het zeil in z.o. richting. Wij juichten deze verwachtingsblunder van harte toe. We voeren 4 km. per uur met de genua uitgeboomd. Het enige nadeel was, dat de zeilen als zonnescherm fungeerden en wij genoegen moesten nemen met een plekje in de schaduw. Maar gelukkig, Bert komt op het lumineuze idee om de pan op het vuur te zetten: kippenlevertjes spekjes, doperwten en rijst staan op het menu.


Het laatste deel van dit reisverslag geef ik (Eggo) hierbij nog even door.

Nadat Bert een heerlijke maaltijd had bereid en wij die opgegeten hadden, trok de wind wat aan en voeren we met een snelheid van ongeveer 7,5 km. per uur richting de brug bij Almere, de Randmeren op. Onder de brug viel de wind weg, maar met enig geduld dobberden we achter een Huizenze botter aan, die dezelfde koers voer als wij.
Bert deed intussen een dutje op de bank. Pa en ik gingen de strijd aan met deze botter, ik zat achter het roer en pa bediende met zijn nooit aflatende nauwkeurigheid de zeilen.
Een beetje zus en een beetje zo, een beetje van dit en een beetje van dat (Jes. 28:10 en 13). "Kijk Eggo, ik heb de genua wat gevierd en zie de snelheid loopt op met een halve km. per uur". " Das goed werk pa!"
Het werkte echt want wij liepen de botter, die onder de brug met hetzelfde probleem te maken had, in.
Telkens slingerde ons grootzeil van stuurboord naar bakboord, erg lastig dus en bovendien vang je dan helemaal geen wind. Maar ook hier heeft pa wat op verzonnen. Hij nam de pikhaak ter hand en met grote handigheid gebruikte hij dit instrument om de giek te dwingen aan stuurboord te blijven. Mede dankzij deze handigheid dreven we de botter voorbij. De botterbemanning keek op dat moment wel erg sip. Maar zeg nou eerlijk er kan er maar één de beste zijn.
En dat waren wij toen…eventjes maar. Want plots voelden we de wind weer aanwakkeren en bolden de zeilen weer mooi op.
Dat is altijd genieten, maar deze keer vloog ook gelijk het vernuftig instrument dat in de volksmond 'pikhaak' genoemd wordt, onder de giek vandaan en viel in het water. Gelukkig zagen we de gezichten van de bemanning van de botter weer opklaren, ze leken ineens weer erg gelukkig in het leven te staan.
Wij schreeuwden Bert wakker uit zijn slaap en bevolen hem de motor te starten en - zo gehoorzaam als hij is - deed hij dit meteen, zodat wij intussen de situatie konden overzien, het roer konden wenden en redelijk snel de pikhaak uit het water konden vissen.
Toen hebben we de achtervolging van de botter weer voortgezet. En helaas moet ik vermelden dat wij hen niet meer konden inhalen. Ik verwacht eigenlijk dat de schipper van de Huizenze Botter dit verhaal wel aan de eigenaar van de 'Noach' zal doorvertellen. Beide schepen liggen namelijk in dezelfde haven.

Link naar galerie