Tekstversie

U bevindt zich hier:

Geloofsopbouw

Streuper&Streuper

Prikkels

Discussie

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina



Artikel in het nd van 14 januari 2011





Jeugdbeleid slaat plank mis

Kerkenraden zijn druk bezig met jongerenbeleid. Maar ondanks jongerendiensten, jeugdkerken en jeugdouderlingen lopen veel kerken leeg. Wat helpt wel?

Sinds Piet van der Ploeg in 1985 zijn onderzoek Het lege testament publiceerde, is in gereformeerde kerken de jongerenproblematiek onderwerp van gesprek en beleid. Maar 25 jaar later beïnvloeden niet kerken, maar evenementen zoals de EO-jongerendag en Taizé onze jongeren. Daar halen ze inspiratie uit en daar beleven zij hun geloof. Samen, maar vrijblijvend. Want ze binden zich niet graag.

Het percentage jongeren dat één keer of vaker per week de kerk bezoekt, daalde tussen 2000 en 2010 van elf naar acht procent. Harmen van Wijnen, voormalig directeur van onder meer de hervormde jeugdorganisatie HGJB, verwacht dat de relatie tussen jongeren en de kerk binnen enkele jaren is gemarginaliseerd tot een paar procent. Directeur Eschbach van het Evangelisch Werkverband wil daarom meer ruimte voor jongeren binnen de traditionele kerken. De Britse theoloog Andrew Wright pleit voor aanpassing door mee te gaan met de tijd.

experiment

Is aanpassing van de kerkcultuur een garantie voor binding van jongeren? In de jaren zestig ging de Rooms-Katholieke Kerk als eerste het experiment aan. Het Tweede Vaticaans Concilie bood de mogelijkheid de liturgie in de volkstaal te vieren en in ons land werden Latijnse gezangen ingeruild voor vrolijke Nederlandse. Het kerkbezoek daalde.

In de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kwamen jongerendiensten naar evangelische snit. De blijvende uitstroom van leden lijkt erop te wijzen dat ook dit experiment niet succesvol is.

Getuige het rapport De toekomst in de kerk verwachten de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) de komende vijftien jaar een daling van het ledental met twintig procent. Omdat er veel uitstroom is naar evangelische kerkgemeenschappen, is de vooronderstelling dat jongeren voor de eigen kerkgemeenschap behouden blijven als diensten naar evangelische snit worden aangepast.

Zal het helpen? Binnen de Nederlands Gereformeerden Kerken (NGK) stijgt het aantal kerkverlaters, terwijl het gemeenteleven in de afgelopen decennia steeds meer en steeds beter op jongeren is ingesteld, aldus predikant Jan Mudde.

Ook evangelische gemeenten worstelen met tieners die de kerk 'beresaai' vinden en 'totaal niet relevant', schrijft voorganger Jan Wolsheimer op zijn weblog. In zijn CAMA Parousia-gemeente in Woerden is de plaats van tieners 'een hot item'.

oudere generaties

Piet van der Ploeg houdt zich nog steeds bezig met jongeren en kerk. Hij analyseert op zijn website dat er iets aan de hand is met de kerk zelf, met het gereformeerd-zijn van de oudere generaties. 'Het echte probleem is de afnemende inhoud van de gereformeerdheid onder de gereformeerden. De oorzaken van de onverschilligheid en het ongeloof liggen niet in de kenmerken van het jongere-zijn [...] Als de kerk zich zorgen maakt over haar toekomst, kan ze beter aan zelfonderzoek doen.' Socioloog Joep de Hart wijst in een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op de rol van de ouders. De prioriteit die ze geven aan daadwerkelijk geloven, aan het spreken over God en aan het voorleven van het Evangelie beïnvloedt hun kinderen.

Cultuurfilosoof Ad Verbrugge schetst ons culturele klimaat als één waar de persoonlijke beleving van de mens de maatstaf is waarmee hij de wereld ziet; van oudsher was religie de maat der dingen, maar nu staat het eigen gevoel centraal. Het 'eigen gevoel als maatstaf' is vervolgens een verklaring voor de uitstroom van leden van gereformeerde kerken naar bijvoorbeeld evangelische groepen of andere kerken: kerkleden laten zich minder leiden door binding aan de traditie of geloofsleer van hun kerk, maar kiezen een kerkgemeenschap die bij hun beleving van dat moment aansluit.

Ook bijzonder hoogleraar (TU Kampen) Stefan Paas meldde eind vorig jaar in zijn oratie dat het zwaartepunt van het geloofsleven verschuift van een collectieve naar een persoonlijke pelgrimage. Daarbij is de kerk faciliterend zoals een restaurant: je stelt zelf je geloofsmenu samen.

verbinding

Hoe nu verder? De toekomst van de kerk zou wel eens zeer gebaat kunnen zijn bij een insteek op verbondenheid met God, tussen generaties en aan de inhoud en kwaliteit van het geloof. Hiervoor is het ontwikkelen en onderhouden van een sterke geloofsidentiteit nodig. Aansluiten bij de seculiere cultuur of de jongerencultuur veroorzaakt daarentegen verlies van identiteit en werkt niet voldoende om jongeren voor de kerk te behouden.

Kerken moeten investeren in de kwaliteit van het kerkelijk onderwijs, ouders ondersteunen bij de geloofsopvoeding en verbindingen leggen tussen generaties. Dat betekent ook een terugkeer naar respectvol omgaan met de mystiek van 'het heilige' in de kerkliturgie, het sacrament en het ambt. Volgens rector Gerrit Immink van de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen kan de protestantse kerkdienst - met haar nadruk op taal, woord en symbool - ook in deze eeuw mee. Dit op voorwaarde dat bidden, zingen, preken en avondmaal vieren samen de kerkdienst vormen, en dat de samengekomen gemeente deze handelingen uitvoert: 'Als we zingen en bidden komen we zelf in beweging. Het menselijke zelf, het geheel van gedachten, overleggingen, neigingen, strevingen, verlangens en gevoelens, wordt actief werkzaam. Kerkdiensten hebben het vermogen emoties en gedachten, frustraties en verlangens, idealen en teleurstellingen te kanaliseren en reguleren.'

kwaliteit

Kerken moeten meer werk maken van een zorgvuldige inrichting van de kerkdienst door aandacht te geven aan de kwaliteit van het onderwijs, de kerkmuziek, de samenstelling van de dienst en de ontmoeting voor en na de dienst. Daar hebben niet alleen jongeren, maar alle generaties baat bij.

Ria Havinga-Brand - coach en auteur van het boek 'Hoogbegaafd geloven'