Tekstversie

U bevindt zich hier:

Geloofsopbouw

Streuper&Streuper

Prikkels

Discussie

Zoeken naar:

Algemeen:

Startpagina

12 februari 2010 © Nederlands Dagblad
Handreiking om vervuld
te worden met de Geest

Hoe word ik vervuld met de Heilige Geest?
Willem J. Ouweneel. Uitg. Rock
Publications, Harderwijk 2009. 93 blz.
€ 9,95
DOOR JAN HOEK

In kort bestek behandelt Willem Ouweneel de vraag hoe we vervuld kunnen worden met de Heilige Geest. Terecht onderscheidt hij deze vervulling die zich in het leven van de gelovigen telkens weer voordoet, van de eenmalige doop in de Heilige Geest. Die heeft plaats waar de geloofsdoorbraak tot stand komt en mensen zich overgeven aan Jezus Christus als volkomen Zaligmaker.
Ouweneel wil geen charismatisch eenzijdige nadruk op de Geest leggen, omdat het uiteindelijk gaat om de verheerlijking, de jubelende aanbidding van God en van Christus. De Heilige Geest is niet op aarde gekomen om primair de aandacht op zichzelf te vestigen, maar om Christus te verheerlijken.
Het is van belang in te zien dat de Geest zowel Persoon als kracht is. Als Persoon woont Hij óf wel óf niet in ons, maar als kracht kan Hij in meerdere of mindere
mate ons deel zijn. Geestesdoop betekent ondergedompeld zijn in de Geest. Dit gebeurt niet pas in een volgend en hoger stadium nadat je tot geloof gekomen
bent. Het doet mij genoegen dat Ouweneel de idee van een ‘second blessing’ afwijst. Het ‘eeuwige leven’ hier en nu als extatische vreugde in de innigste
omgang met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is voor elke gelovige bestemd en niet slechts voor een bepaalde geestelijke elite.

Klanktaal
Ouweneel geeft veel ruimte aan tongentaal – meer dan mij op basis van het Nieuwe Testament gewettigd lijkt –, maar stelt toch ook duidelijk dat tongentaal
(klanktaal) als zodanig niet per se een bewijs is van vervulling met de Geest, terwijl hij ook niet graag zou beweren dat gelovigen die niet in tongen spreken niet Geestvervuld zijn. Het echte kenmerk van vervulling is de lofprijzing en aanbidding van God. Bij vervulling met de Geest moet ook niet allereerst aan spectaculaire dingen zoals tongentaal, profetie en wonderwerken worden gedacht, maar aan het meer en meer zijn en doen zoals Jezus was en deed. Overigens horen de spectaculaire
dingen er wel bij en kunnen ze de mens die vervuld wordt met de Geest zomaar overkomen.
Moeite heb ik met de mijns inziens al te onbevangen wijze waarop Ouweneel schrijft over aan de Geest toegeschreven hevige emotionele verschijnselen die
aan dronkenschap doen denken, zoals zich ‘zwaar’ voelen, vallen en niet meer kunnen opstaan, waggelend lopen en met dubbele tong praten. Hij verwijst
hiervoor wel naar levensbeschrijvingen van grote heiligen, zowel in de westerse als oosterse wereld, maar een Bijbelse fundering ontbreekt. Het is toch zo dat
de vervulling met de Geest juist het omgekeerde is van onheilige dronkenschap? Zou dat dan ook niet zichtbaar worden in de manifestatie van deze vervulling
die inderdaad geestvervoering en uitgelaten vreugde kan behelzen, maar toch niet lallen en waggelen?

Van de betekenis van de wet van God als regel der dankbaarheid wil de auteur helaas niet weten. Dat hangt samen met zijn visie op de status van de wedergeboren
mens die de wet niet meer nodig zou hebben gelet op zijn innerlijke drang om uit liefde God te dienen. Volgens Ouweneel moeten we Romeinen 7 en 8 in een onomkeerbare chronologische volgorde lezen, terwijl in de gereformeerde traditie juist de gelijktijdigheid van de aspecten van strijd en zwakte naast overwinning en kracht
wordt beklemtoond. De spontane liefdedienst sluit in het laatste geval de behoefte aan de wet (Tora) van God als handreiking en kompas niet uit, maar in.

Uiterst relevant
Over het opruimen van morele, psychische en occulte alsook theologische blokkades lezen we goede opmerkingen en aanbevelingen. De onderzoekende vraag aan het slot van het boekje mogen we ons als lezers aantrekken: Willen we wel echt met de Geest vervuld worden? Dan is het immers met een gezapig, rustig christenleventje gedaan! In elk geval is het een opdracht van Godswege om telkens weer vervuld te worden met de Geest en hebben we die vervulling hard nodig om te leven tot Gods eer en onze bediening als christen te vervullen. Dat maakt de vraag uit de titel van dit boek voor elke christen uiterst relevant.

LEES COMMENTAAR S.STREUPER
De kritische punten die Hoek naar voren brengt vanuit de gereformeerde traditie, behoren nu juist expliciet tot de theologische blokkades van vele gereformeerde broeders en zusters